maandag 23 april 2012

Perkedel kentang


Een koele en grijze dag in april. Een enkele meeuw drijft doelloos op de wind voorbij. Het jonge groen op de bomen slaagt er niet in een gevoel van voorjaar op te roepen. Binnen klinkt een adagio van Mozart uit één van zijn pianosonates. Vreemd genoeg lijkt dat naadloos aan te sluiten bij de gedempte atmosfeer buiten.
Ik bekijk de foto’s die ik gemaakt heb van mijn Indische koekjes. Ik krijg er trek van. Maar al keer ik de diepvries binnenste buiten, ze zijn op. Ik zal nieuwe moeten maken. Ik zal straks boodschappen gaan doen en aan de slag gaan. Ze zijn heerlijk, zo als snack tussendoor, maar ook bij een bordje rijst met wat gerechtjes. 
De perkedel op de foto waren vegetarisch. Het rundergehakt had ik vervangen door het vegetarische gerulde gehaktproduct. Smaakte prima, je moet als je dat ook wilt alleen wel oppassen dat je niet teveel mengt waardoor de structuur die zo belangrijk is, verloren gaat. 
Uit het boek Lonny’s rijsttafel, van Lonny Gerungan komt het volgende recept:
  • 250 g aardappelen
  • 5 sjalotjes
  • 1 bosuitje
  • 1 bosje selderij
  • 2 eieren
  • plantaardige olie
  • 250 g rundergehakt
  • 1 tl versgemalen witte peper
  • ¼ tl nootmuskaat
  • Zout
Kook de aardappelen in een pan met ruim water gaar. Pel en pureer ze. Pel de sjalotjes en snijd ze in dunne plakjes. Snijd het bosuitje en de selderijblaadjes fijn. Splits de eieren in dooiers en witten en klop ze afzonderlijk los. Verhit circa 2 eetlepels olie in een koekenpan en fruit de sjalotjes ongeveer 3 minuten hierin. Schep ze uit de pan en laat ze uitlekken. Vermeng de aardappelpuree met alle ingrediënten op het eiwit en de resterende olie na. Vorm van dit mengsel platte ovale koekjes van circa 7x5 cm en leg ze ongeveer 1 uur in de koelkast. Doe nog wat extra olie in de koekenpan en verhit hem. Haal de koekjes door het geklopte eiwit en frituur ze goudbruin.



maandag 16 april 2012

Druiven in een karameljasje


Er zijn zo van die recepten die mij verleiden met hun intrigerende lijst van ingrediënten. Andere trekken me aan doordat hun bereidingswijze zo bijzonder is. Soms zie ik een klassieker en wil ik me eraan wagen omdat ik vind dat ik mijn klassiekers moet kennen. 
Dit recept trok me aan door zijn presentatie. Ik kan niet eens precies zeggen wat me nou zo boeit in het zien van een druif in karamel, maar het ademt iets verleidelijks uit, iets sensueel geheimzinnigs. Alsof ik een bijzonder kleinood uit lang vervlogen tijden in mijn mond mag stoppen. Net alsof ik stil in een appartement aan de chique Rue Faubourg Saint Honoré zit. Mijn ogen volgen de lijnen van het stucwerk aan het plafond, de curves van de crapauds. Door het raam komt het geluid van paardenhoeven en rijtuigen naar binnen, regelmatig doorbroken door het zinloze geklap van de zweep. Binnen slaat de pendule vier keer en kraakt het hout van de vloer boven ons. Ik ruik de zware parfum van de oude dame naast me. Ze is in kostbaar zwart zijde gekleed en draagt een zwart kanten mutsje. Ze is klein, zoals alle Franse dames van stand lijken te zijn. Als ze haar arm uitsteekt om een gekaramelliseerde druif te pakken ruist haar japon. Ik zie hoe ze hem in haar vrijwel tandeloze mond stopt. Ze knikt naar me, dat ik er ook één pak. Ik sta zwijgend op en pak er één tussen duim en wijsvinger. Ik kijk naar de goudgele karamel waar het dofgroen van de druif doorheen schemert. Een delicate lekkernij. Ik sluit mijn ogen en breng hem naar mijn mond.
Iets in die trant, daar moet je aan denken. 
Neem:
  • 200 gram kristalsuiker
  • 1 dl water
  • Paar druppels citroensap
  • Een tros grote witte druiven

Doe de suiker, citroensap en het water in een steelpan. Verhit alles op laag vuur tot de temperatuur 150 graden is. Laat hem even rusten totdat hij een karamelkleur krijgt. Verhit hem op hoog vuur zonder te roeren zodat de karamel kan gaan kristalliseren.
Neem een pincet en dompel daarmee een druif aan zijn steeltje in de karamel. Leg hem direct op een siliconenmat om uit te harden. 
Wacht niet te lang met consumeren, ik heb geen idee hoelang de druiven goed blijven. 

woensdag 11 april 2012

En zo gebeurde het,


op een gewone dag na Pasen dat er ineens weer een berichtje op Tijm & Suikerbiet verscheen. Wat is me dat een tijd geleden. 
Ineens ging het vriezen, en gingen de Suikerbietjes met hun wollen mutsjes op, schaatsen. Baantjes trekken, tochten maken, maar koken? Ho maar! 
En het werd vakantie. Soms is dat een tijd, als ik thuis blijf, om te koken en nieuwe dingen uit te proberen. Maar nee, de Suikerbietjes trokken over de grens en aten daar alles wat los en vast zat, maar zelf koken? Ho maar!
Ik kreeg het druk, verloor me daarnaast in andere interessante zaken, en zelf koken? Jawel, maar het waren recepten uit de oude doos. Niet geschikt om opnieuw te publiceren op T&S. Dat is wel leuk trouwens, te bedenken wat ook al weer zo lekker was en dat weer eens te maken. Ik kook niet zo veel, en als ik dan iets maak, is het vaak iets nieuws voor T&S. Zo kom je dan wel vooruit in het leven, maar verlies je stilletjes aan de gerechten uit het oog waar je heimelijk verliefd op geworden was. 
Na verloop van tijd kwamen de vragen, de aanmoedigingen, de e-mailtjes. Wat een heerlijk warm gevoel geeft dat, als ik daaraan terug denk, dat al die bekende en onbekende mensen blijken van meeleven gaven. 
En nu ben ik er weer! Terug van weggeweest, met het voornemen om weer regelmatig te publiceren. Zij het dat ik niet meer om de dag iets nieuws breng zoals voorheen, maar hopelijk wel één a twee keer per week. 
Ik heb er zin in, en hoop dat jij weer wat inspiratie op kan doen als je weer komt buurten.
Hartelijke groeten,
Theo
Related Posts with Thumbnails