Op mijn vorige stukje over vegetarische bah-pau’s kreeg ik van Paul een lange reactie die me inspireerde tot het volgende antwoord. Omdat ik het een belangrijk onderwerp vind op een kookblog, publiceer ik hem als artikel en niet als reactie, zodat iedereen het kan lezen en zich daar een mening over kan vormen.
Alle beetjes helpen Paul, dat is ook mijn motto. Het zal beter zijn voor mijn lijf en beter voor het milieu. Voor het dier denk ik dat het misschien niet eens uitmaakt. Als we allemaal vegetariër zouden worden houden we op termijn alleen nog maar huisdieren over. We ontnemen dieren (de vleesleveranciers) dan de kans op bestaan. Bovendien kunnen dieren die goed gehouden worden, ook ondanks de onvermijdelijke slacht, een goed leven hebben. Zij hebben geen voorkennis van de slacht, en als die goed wordt voorbereid en uitgevoerd kan ik daar persoonlijk mee leven. Ik ben ook blij met mijn eigen leven terwijl ik weet dat mijn laatste dagen/weken waarschijnlijk niet leuk zullen zijn.
Ik kreeg een bord soep van een rasvegetariër met worst erin. Worst?? Jawel, namaak worst, maar zo goed gemaakt dat ik het haast niet geloven kon. Sindsdien ben ik ook weer eens gaan kijken op de vleesvervangersafdeling (onthouden,- scrabbelen!). Ik was aangenaam verrast moet ik zeggen.
Maar even tussendoor, ik heb eigenlijk een hekel aan het woord ‘vleesvervanger’. Het lijkt daarmee alsof een maaltijd persé met vlees bereid moet zijn of anders niet volwaardig is. Vlees, groente, aardappelen, luidt een oud en verlopen nationaal adagium. Aardappelen zijn groenten en lijken nu niet meer vanzelfsprekend op het menu te staan,- leve de variatie. En het gebod ‘vlees op tafel’ is ook niet meer vanzelfsprekend.
Ik zie mezelf meer als flexitariër. Iemand die de positieve kanten van het vegetarisme ziet en dat ook regelmatig probleemloos in praktijk brengt, maar die ook zonder gewetensbezwaren een mooie steak opeet. Met andere woorden, het hoeft niet zo fanatiek, een beetje minder is ook goed.
Ik ben groot gebracht met vlees, mijn ouders stelden daar prijs op. Mijn moeder bereidde grote braadstukken en kon, en kan, met grote liefde en kennis de uitstalling van de slager bekijken. De smaak van goed vlees dat goed bereid is kan niet door iets anders vervangen worden. Ook het gevoel om een mooi stuk vlees op de dis te hebben is uniek, net zoals een mooi stuk patisserie aan het eind van de maaltijd of bijvoorbeeld een prachtig stuk tarbot.
En zo komen we bij de crux voor mijn gevoel. Een goed voedingspatroon is gevarieerd. Vlees, vis, groenten, fruit, zuivelproducten, noten, noem maar op, behoren daar toe. Als één onderdeel daarvan wegvalt of vermindert, zonder nadelige gevolgen voor onze gezondheid, dan kan ik daarmee best leven. Koken en eten met de seizoenen is je verheugen op de komst van … Door die vreugde valt het ontbreken van bijvoorbeeld vlees mij niet zo op. Trouwens, ik eet ook niet dagelijks noten terwijl ik die heel lekker vind, en zo zijn er nog legio producten.
Daarom kijk ik nogal eens in het boek De dikke vegetariër als ik hem zie staan. Wat een macht aan mogelijkheden wordt hier geboden, wat een nieuwe rijkdom aan ideeën, wat maakt het boek mij nieuwsgierig. Ik vind het eigenlijk te duur, daarom heb ik het nog niet aangeschaft.
Ik heb wel onlangs het boek Handboek voor de perfecte steak gekocht, een echt vleesboek waarin echt alles staat, inclusief de slacht, wat je moet weten als je een steak wilt kopen en bereiden. Ik ga er beslist heerlijke gerechten uit maken want ook ik kan me verheugen op een onvervalst goed bereid stuk vlees. En dát heeft dan de hoofdrol op tafel, ik zal mijn zuivel dan niet missen.
Flexitariër dus, ik kan er mee leven en geniet onbezwaard van mijn voeding.
Stelling
Als je gevarieerd eet en kookt, met de seizoenen, dan is het gemakkelijker om minder of geen vlees te eten.
Ik ben benieuwd naar jullie reacties, daarom heb ik voor de aardigheid een kleine enquête boven in de kantlijn gezet. Doe je mee?