Ik heb ooit eens een verhaal gelezen hoe mensen vroeger in Indonesië in de trein klepon kochten om wat te snoepen te hebben. Degenen die niet wisten dat de groene balletjes gevuld waren met goela djawa kauwden er nietsvermoedend op en sproeiden, tot groot vermaak van de andere reizigers, een onbedoelde straal goela djawa uit hun mond.
Ik heb ze vandaag opnieuw gemaakt en weer op mijn blog gezet. Ik heb het ook gefilmd zodat je het hele proces kunt volgen en bijvoorbeeld goed kunt zien hoe je de balletjes moet vullen.
De eerste keer dat ik ze maakte kreeg ik een goede tip van dharson waar ik haar heel dankbaar voor ben. Ik maak nu nog betere klepon. Ik volg haar recept hier maar maak het ietsje anders en daarom beschrijf ik de receptuur hier opnieuw.
Voor acht klepon gebruikte ik:
- 100 ml water
- 2 likjes pandanpasta
- 1 pandanblad
- 1 schijf goela djawa
- 100 gram ketanmeel
- Een flinke hand gedroogde kokos
Breng het water met het pandanblad aan de kook en laat het afkoelen.
Verwijder het blad en roer er twee likjes pandanpasta door heen.
Vermeng het met het ketanmeel en maak er gelijke balletjes van. Dat gaat het makkelijkst als je eerst een sliert van het deeg maakt, en het dan in gelijke delen snijdt.
Hak de goela djawa met een mes en maak het daarna fijn in de keukenmachine.
Vul de balletjes met wat goela djawa en doe ze in een pan kokend water. Als ze boven komen drijven zijn ze gaar. Geef ze eventueel iets langer zodat je zeker weet dat de goela djawa goed gesmolten is.
Rol ze daarna door de kokos die je eerst een minuutje in heet water geweekt hebt en daarna met een zeef weer hebt uit geperst.
Ze zijn het lekkerst als je ze een beetje warm eet.
Slamat Makan!
Slamat Makan!