Posts tonen met het label wijn. Alle posts tonen
Posts tonen met het label wijn. Alle posts tonen

woensdag 11 mei 2011

Waarom goede wijnglazen?

Goede glazen zijn een voorwaarde om optimaal van wijn te kunnen genieten. 
Fabrikanten maken heel veel verschillende modellen. Zo zijn er hele dure en hele goedkope, verschillende vormen, en verschillende groottes. 
Welke moet je nu kiezen als je nieuwe wijnglazen nodig hebt? Dan dringen de volgende vragen zich op. Hoeveel geld wil je uitleggen, hoe goed is je proefvermogen, en wat voor wijn moet er in dat glas?
Kies voor een tulpmodel zou ik zeggen. Dan loopt de bovenkant van het glas taps toe. Dat maakt dat de geuren van de wijn die loskomen als je het glas gewalst hebt, zich aan de bovenkant concentreren. Je ruikt onnoemelijk veel meer uit een tulpglas dan uit een glas dat wijd uitloopt aan de bovenkant.
Kies niet voor een gekleurd glas. Dat maakt het onmogelijk om de kleur van de wijn goed te zien. En daar kun je toch aardig wat uit afleiden en heel wat voorpret van hebben. 
Het lijkt misschien een open deur intrappen, maar neem een glas op een steel. Als je de kelk in handen neemt dan warm je de wijn op door je lichaamswarmte, en het glas kan er nogal beduimeld uit gaan zien. 
Kijk voor goede wijnglazen eens bij Spiegelau of Riedel, er zijn vast nog meer goede fabrikanten, maar deze springen mij als eerste in gedachten.
Ikzelf ben gevallen voor Riedel. Ooit heb ik eens een glas in handen gehouden van € 180,- Dat was uit één stuk met de mond geblazen en was in het bijzonder geschikt voor een Syrah. De verkoper demonstreerde de flexibiliteit door de voet op tafel vast te houden en de kelk te bewegen. Ik hield mijn hart vast! 
Maar ga eens na, een setje van zes glazen kost dan pakweg € 1000,- en daar zou je dan alleen een Syrah in kunnen schenken. Ik ken heel wat meer lekkere wijntjes. 
Niet te betalen dus. Maar, je kunt ze ook kopen voor ongeveer € 20,-. Dan zijn ze fabrieksmatig gemaakt uit twee delen en ietsje dikker. Ik heb er een paar voor mezelf gekocht. Gewoon om mezelf eens te verwennen als ik een mooie wijn heb die bij het glas past. 
Tot slot nog een paar tips.
  • Bewaar glazen niet op hun kop in de kast want ze kunnen vreemde luchtjes aannemen.
  • Als je ze oppoetst of droogmaakt, houd ze dan vast bij de kelk en niet bij de voet. Dat scheelt een hoop scherven. 
  • Vul de glazen beslist niet verder dan het midden. Je moet de wijn ook nog kunnen walsen, ofwel in het glas ronddraaien. Hierdoor komt de geur goed los omdat het oppervlak groter wordt.
  • Het beste maak je kristallen glazen schoon door ze te spoelen in lauw water zonder afwasmiddel. Zeggen ze, maar ik gebruik toch wel eens een sopje hoor, zeker met lippenstift en vette jus aan de rand ;-)

donderdag 17 maart 2011

Domaine Saint Aix Prestige AOC 2004

Wijn is overal te koop. De supermarkten hebben het grootste marktaandeel en leveren wijnen die door veel mensen gewaardeerd worden. Gelukkig is er ook plaats voor gespecialiseerde wijnhandels die wijnen met een meer individueel karakter kunnen verkopen. Op het internet komen ook steeds meer verkoopsites voor, want internethandel is ‘booming business’. Waar koop je nu je wijn? Je wilt toch een goede wijn voor een schappelijke prijs?
Ik had geluk vorige week. Ik kwam bij Marjan binnen en zag vijf flessen wijn op tafel staan, en ik mocht er eentje uitkiezen! Wat was het geval? Zoon Ruben was in het kader van zijn studie, zijn eigen wijnhandel begonnen. Eén moment van contemplatie overviel me. Ik ken Ruben al vanaf zijn kindertijd en nu ‘zit hij in de wijn’… kleine kinderen worden groot.
Ik kreeg dus een soort van primeurwijn.
Ik koos voor de Domaine Saint Aix Prestige AOC 2004, omdat ik zin had in een volle stevige rode wijn. Ik had geen bui voor liflafwijntjes, maar wilde Wijn drinken. Die kreeg ik ook. In deze wijn zit een blend van Grenache, Cabernet Sauvignon en Syrah. De grenache geeft de wijn zijn kruidigheid, de Syrah geeft het kleine pepertje. En de Cabernet Sauvignon? Dat is de druif die zo veel gebruikt wordt in de Bordeaux. Hij geeft een volle smaak en donkere kleur. Hij doet het goed in warmere streken en kan goed rijpen. Waarschijnlijk is hij ook verantwoordelijk voor de meeste tannines in deze wijn, maar zeker ook voor het rode fruit zoals kers en zwarte bessen. 
Vanille is ook ruim te genieten in deze Prestige. Dat komt doordat hij 15 maanden op Frans eiken heeft gerijpt waarvan ⅓ nieuw hout is.
Kortom, het is een wijn vol met fruitaroma’s, mooi afgeronde tannines en een heerlijke afdronk. Ik zou hem drinken bij gerechten met een hoog smaakgehalte zoals wild of mooi rood vlees.
Maar eigenlijk ben ik stiekem ook wel een beetje benieuwd geworden naar hun Rosé. Die heeft een prijs gewonnen, en als ik Hammersma over deze wijn hoor praten dan krijg ik het gevoel dat ik wat misgelopen ben. Als ik Ruben hoor zeggen dat deze rosé voor drie à vier keer zijn prijs in Amsterdam geschonken wordt dan wordt ik hebberig. 
Het goede nieuws is dat we de wijnen gewoon kunnen kopen. Kijk eens op: la-bouteille.nl, of stuur Ruben anders een mailtje. Ik mocht het hier vermelden dus dat vindt hij helemaal niet erg,- rubendekievit@hotmail.com

maandag 7 maart 2011

Coq au vin met een gamay

Hij was zá-líg. Ik heb het gerecht wel vaker gemaakt, maar deze keer pakte het echt bijzonder geslaagd uit. Zou het door de gamay gekomen zijn? Ik geloof van niet. Ik heb een paar dingetjes extra bij het recept gedaan.
Ik bladerde door het Engelstalige blad Olive, en daar kwam ik hem tegen. Het viel niet op door een mooie foto of omdat het recept zo prominent in beeld werd gebracht, het viel op door de flessen wijn en het woord gamay, dat vet en groot gedrukt was. 
Toevallig had het wijnblad Perswijn een leuke bijlage over de Beaujolais. Daar groeit de druif met de naam gamay. Nou ben ik niet zo’n groot beaujolais liefhebber maar ik werd enthousiast om weer eens wat te drinken uit die streek. Daarom kocht ik een Beaujolais Villages en nog zo een paar zaken. Ik gebruikte:
  • Twee stukken kip met dij en poot
  • Wat olie en boter om te braden
  • Een netje slalotjes
  • Een winterpeen in plakjes
  • Een pakje gerookte spekblokjes
  • 4 teentjes knoflook
  • 2 laurierblaadjes
  • Wat herbes de Provence
  • Een scheutje room
  • Een mengsel van boter en bloem om de saus te binden
  • 1 fles Beaujolais Villages (min 2 glazen, want je hebt 1 glas in de keuken nodig en 1 aan tafel)
Eerst braad je de kipstukken mooi bruin in de olie en boter. Als ze klaar zijn neem je ze uit de pan.
Vervolgens bak je het spek mooi bruin uit. Als ze uitgebakken zijn neem je ook deze uit de pan.

In dit vet bak je dan de sjalotten aan en hier voeg je dan ook de schijfjes peen aan toe. Bak deze nog even mee en voeg dan de klein gesneden knoflook toe. Na een minuutje of wat gaat de wijn erbij en de kruiden. Laat dit met de deksel op de pan anderhalf uur rustig sudderen. 

Hierna heb ik de kip en de sjalotten uit de pan gehaald en de saus laten inkoken. Gedurende dat proces heb ik een scheutje room toegevoegd en wat beurre manié (gelijke delen bloem en boter gemengd) om de saus nog wat te binden. 

vrijdag 21 januari 2011

Penfolds Rawson’s retreat vintage 2008

Ik kreeg van een lieve mevrouw twee flessen wijn aan het begin van dit jaar. Zo in de trant van een extra dank je wel. Ze stopte me een doos in handen met de verzekering dat dit goede wijnen moesten zijn. Voor een wijnkenner als ik wilde ze beslist iets goeds aanbieden. Ik bracht nog tussenbeide dat wijnliefhebber meer op zijn plaats was, maar dat wuifde ze kordaat weg. Liefhebber of kenner, het moesten mooie flessen wezen…
Nou liep ik laatst door Albert Heijn en had wat tijd over. Ik besloot eens een rondje langs de wijnafdeling te maken. Wie schetst mijn verbazing? AH verkoopt ook Penfolds, en dat is dan ook de reden dat ik er hier over schrijf,- jij kunt hem waarschijnlijk ook kopen. 
Laat ik eerst vermelden dat de verpakking bijzonder mooi was uitgevoerd. Het was een prachtige rood blauwe cassette die zichzelf sloot met een onzichtbare magneet. Maar het gaat uiteindelijk om de wijn niet waar? Het koste eerlijk gezegd nogal moeite om daar bij te komen. Misschien is het de leeftijd, misschien zijn het mijn ogen, het zou ook de macht der gewoonte kunnen zijn, ik greep mijn kelnersmes en begon te snijden. Het lukte niet dus begon ik al kervend nog een nieuwe ronde. Ik kwam er niet doorheen. Ik probeerde nog het loodband van onderaf te verwijderen maar ook dit mocht niet baten. Wat bleek? De fles had een schroefdop. Daar is op zich niets mis mee maar het plaatste mijn handelingen wel in een ander licht. 
De wijn is een blend van twee druivenrassen, de semillon en de chardonnay. De verhouding ligt op respectievelijk 60 en 40%. De semillon kan de wijn een rijke ietwat kruidige smaak opleveren en tonen van perzik, abrikoos en mango in de mond en neus geven. 
De chardonnay geeft volgens mij in deze blend de frisse citrustonen. Het is een bekende druivensoort die overal ter wereld wordt verbouwd en heel wat verschillende gezichten kan vertonen.
De twee vormen een mooi duo in deze fles. Zij geven de wijn een mooie strogele kleur. Ik ruik de citrus, het tropisch fruit, de perzik in het glas. Dat kan kloppen want de wijn is gerijpt in rvs met oog op het fruit, waarna nog een opvoeding volgde van zeven maanden op eiken. 
Hij smaakt mooi vol in de mond en blijft mooi fris. Hij heeft iets rond en vettigs, en een aangename afdronk. 
Ik zou hem wel eens willen proeven met schaaldieren of een kreeftensoep. Misschien kan ik wel iets bedenken met ravioli en vis, dat zou best eens een leuke combinatie kunnen opleveren.

dinsdag 11 januari 2011

Rood-witte wijn

Ik zat net lekker in mijn stoel en wilde een gesprek starten met de gastheer die uit het ziekenhuis ontslagen was. Ineens stond links boven me de gastvrouw die met een blik van ik-ken-mijn-klantjes vriendelijk lachend naar me keek.
'Wil je een glas rood-witte wijn Theo? Hij is heerlijk! Ik heb hem zelf gemaakt.'
Ik keek misschien een beetje onnozel.
'Echt, hij is heel lekker, ik heb wat rode en witte wijn bij elkaar gedaan. Hij staat in de ijskast.'
In een flits herinnerde ik me haar ook zo heerlijke zelfgemaakte jam en thee. Restverwerking, ik zei het al, staat hoog in mijn vaandel, maar ik vermoedde dat hier een soort schraperige zuinigheid met koelbloedigheid hand in hand ging. Ik had een visioen van restjes verschraalde wijn die morsig bij elkaar in een fles gegoten waren. Ik zag het schudden voor me, en de vlekken op het etiket. 
Ze nam me weifelend op.
'Of heb je liever rode wijn? Die staat ook in de ijskast' voegde ze er gedecideerd aan toe.
'Ja lekker, doe die maar' zei ik enigszins verwezen.
Even later kreeg ik een klein beslagen glaasje rode wijn dat tot de rand was vol geschonken.
'Ah... dank u wel.'

vrijdag 7 januari 2011

Muskaatwijn uit de Elzas

Ik zat voor kerstmis weer eens een poosje tussen mijn flesjes en werd ineens zomaar gelukkig. Ik ontdekte dat ik nog wat flessen Gewürztraminer Grand Cru had liggen, en nog één fles Muscat. Die had ik vast over het hoofd gezien want anders had die daar niet zo lang gelegen. Wat vind ik dat een lekkere aperitief wijn. Je kunt hem natuurlijk ook best bij het eten drinken hoor, ik denk bijvoorbeeld aan een kwarteltje met druivensaus. Maar als ik in de Elzas ben drink ik hem elke dag, zoals gebruikelijk daar, als aperitief. 
Donderdag trok ik hem open en ging er eens voor zitten. Ik heb eerst nog maar eens mijn Nez du vin gepakt. In die verzameling flesjes met geuren die in de wijn voor kunnen komen zit ook een flesje met Muscat. Eerlijk gezegd viel dat wat tegen. Ik snuffelde er eens aan en herkende de geur, maar er liepen geen rillingen over mijn rug. Toen maar het glas ingeschonken en eens gaan kijken. Een bleke gele kleur en misschien wat groene reflexen, of zou dat komen doordat ik het frisse in de wijn vermoedde. Misschien was het wel de groene fles die ik in handen had. Hoe dan ook, ik rook aan het glas en begon te glimlachen. Ik walste en stak mijn neus opnieuw in het glas. Heerlijk! Fruitig, heel fruitig, druiven, ‘hij ruikt naar waar hij van gemaakt is, druiven!’ hoorde ik mijn wijndocent weer in mijn hoofd roepen. En jawel, een onmiskenbare geur vulde mijn neus, maar dan rijker dan de Muscat uit mijn geurflesje. Veel rijker en voller, met misschien iets van bloemen. Bloemen determineren in wijn vind ik moeilijk maar ik kreeg een sterke associatie. Ik zag bloemen, ik zag de geraniums aan de huizen, ik zag de smalle straatjes in Ribeauville waar ik de fles bij de producent had gekocht. Het was zomer, de zon scheen overdadig en we wandelden over wijnbergen en kwamen terecht in kleine stadjes. We aten zuurkool die op allerlei verschillende wijzen was klaar gemaakt en dronken er Riesling bij. 
Ik proefde en weer was daar die sensatie van herkenning. Zo heerlijk fris, mooie zuren en natuurlijk weer fruit. Een droge wijn van de muskaatdruif zoals die alleen in de Elzas wordt gemaakt. Ok, er is misschien nog wel ergens in Frankrijk een veldje te vinden waar ze er ook een droge muskaatwijn van maken, maar de Elzas is voor mij kampioen. Het is één van de vier druivenrassen die daar een Grand Cru kunnen opleveren. Dat zijn de Riesling, de Pinot gris, de Gewürztraminer en de Muscat. De Riesling is misschien wel de interessantste druif maar ik hou van allemaal. 
Ik heb een zwak voor de Elzas en zijn wijnen. Misschien snap je nu wel een beetje waarom. Wie weet kom je nog wel eens een Muscat tegen bij de slijter. Ik hoop eerlijk gezegd dat je hem dan koopt. En dat je hem dan ook in zo’n regenachtig weekend drinkt. Misschien dat je dan net zo’n warm en gelukkig gevoel krijgt als ik. Ik hoop het.

woensdag 5 januari 2011

Tip van Theo: Saus met wijn

Ik heb de laatste dagen een rode wijn met veel harde tannines gedronken. Hij had verder ook niet veel te bieden dus besloot ik tot een royale scheut in de pan. Maar als je wijn inkookt dan concentreer je ook de tannines. 
Even tussendoor, tannines geven je mond een stroef en samentrekkend gevoel. Ze komen ook in thee voor. Als je een druppeltje melk in je thee doet dan binden de zij zich aan de melkeiwitten, waardoor de smaak minder wrang wordt. (Je tandarts wordt hier trouwens ook blijer van.)
Wat blijkt? Als je tannine-rijke wijn inkookt en je maakt je saus met een scheutje slagroom (wat gehakt of een gelatine-rijke ingekookte bouillon), dan verdwijnen die tannines en krijg je een veel zachtere saus.

zondag 12 december 2010

Finca la Piedra, Garnacha/Syrah 2009, Somontano

Ik hoor het mezelf de laatste tijd nogal eens zeggen,- een zinvol en bevredigend leven leiden. Dat klinkt misschien wat gewichtig, hoewel het toch algemeen beleefd wordt naar ik mag hopen. Ik wil hier niet zwaar op de hand zijn. Daarom stel ik dat een bevredigend leven leiden voor mij ook in houdt regelmatig een glas wijn te drinken! En om het zinvolle erbij te betrekken moest ik daar ook maar eens regelmatig over schrijven. Ik heb niet voor niets SWEN 1 en 2 achter de kiezen. Bovendien oefen ik regelmatig.
In het blad Perswijn is een rubriek met een selectie van de lekkerste wijnen die geproefd zijn in drie prijscategorieën. In de rubriek ‘beste koop’ stond deze keer een wijn die bij de Plus supermarkt te verkrijgen is. Die heb ik gekocht en daar wil ik het over hebben. Het is de Viñas del Vero, Garnacha/Syrah 2009, Somontano. Bij navraag bleek de wijn niet het etiket te hebben dat in Perswijn was afgebeeld maar wel aanwezig. De vermomming heeft mij niet om de tuin kunnen leiden, ik heb hem gevonden en gedronken. Als je de wijn ook wilt kopen kijk dan op de foto die ik genomen heb, die moet je hebben. 
De fles kost € 4,99 en ik heb er van genoten. Niet dat het een complexe wijn is, dat kan ook niet, maar hij schenkt je veel genot voor deze prijs. De wijn is in Spanje gemaakt en komt uit Somontana. Hij is zacht en heeft veel rood fruit, kersen en bessen. Je kunt een klein pepertje proeven wat ik altijd met de Syrah associeer. Met een alcoholpercentage van 13,5% blijft hij voor een Spaanse wijn aan de goede kant van het spectrum. Veel alcohol geeft nogal eens een zoetige impressie en bevordert niet de doordrinkbaarheid. Hij heeft door zijn zuren iets fris over zich. 
Het is geen kleine jongen, deze wijn. Je drinkt hem bij voorkeur met een belegen kaas of met rood vlees/wild. Ik proefde hem met een heel oude brokkelkaas en dat leverde niet de ideale combinatie op. Wel vond ik hem drie dagen na opening lekkerder geworden. 
Toen ik gisteren bij dezelfde Plus een pakje hertenbiefstukjes vond was mijn keus snel gemaakt. Dat moest ik proberen. Het leverde een heerlijke combinatie op. Ik betrapte me erop dat ik het liefst afwisselend een hapje biefstuk en een slokje wijn tot me wilde nemen. Ze werkten zo verrassend op elkaar in dat ik aan het garnituur geheel geen behoefte had.
Misschien is het wel een kerstwijn voor jou. Een goede wijn voor een schappelijke prijs die met een zo’n stukje vlees een waar genot vormt.



Als je een hertenbiefstukje bakt zoals ik heb gedaan, bak hem dan alsjeblieft niet te lang. De juiste cuisson is heel belangrijk. Het sausje maakte ik uit de hand. Biefstuk bakken en uit de pan nemen, afblussen met een scheut wijn, een klein beetje Herbes de Provence erbij, een lepeltje demi-glacepoeder, een scheutje room en op smaak brengen met peper en zout. Je kunt in een royale bui er ook nog een heel klein beetje stroop door doen, maar pas op dan je het dan niet te zoet maakt.

woensdag 10 november 2010

Tip van Theo: Madera

Wist je dat er veel verschillende soorten Madera zijn? Kies er een die past als je ermee kookt of als je het wilt drinken.

  • Sercial is de droogste soort die vaak als aperitief gedronken wordt. Bij het koken vaak goed toepasbaar in hartige gerechten.
  • Verdelho is halfzoet en wordt soms bij soep of als dessertwijn geschonken.
  • Bual is een halfzoet mix die vaak in desserts en cake verwerkt wordt maar ook als dessertwijn gedronken wordt.
  • Malmsey is de zoetse en donkerste. Hij is fruitig en likeurachtig en wordt gebruikt om desserts mee te parfumeren maar ook als dessertwijn die goed samen gaat met fruit, noten of cake.

dinsdag 12 oktober 2010

Portproeverij in het Meisjeshuis


Vrijdagavond was ik in Delft voor een proeverij. Ik parkeerde mijn auto in de Koepoortgarage en wandelde op mijn gemak door Delft. Wat een gezellige stad is dat toch. Het was voor mijn gevoel veel te lang geleden dat ik er was. Alle restaurantjes leken vol te zitten en er heerste een ontspannen sfeer in dit kleinood der Hollandse stadjes.
Aan de Oude Delft is het Meisjeshuis gelegen waar ik in vijf minuten heen wandelde. Het is een bijzonder leuke locatie voor een proeverij. Martine van De Smaakboutique organiseert daar maandelijks een proeverij en ik was zo gelukkig deze bij te kunnen wonen. In een zeer ontspannen sfeer proefden we in klein gezelschap verschillende soorten Port. Ik hou van dit soort proeverijen waar je een afgebakend gebied verkent. Je kunt dan beter vergelijken dan wanneer je allerlei verschillende wijnen door elkaar heen proeft. Je favoriet kom je toch wel tegen. Alle wijnen waren van het Huis Niepoort. Het zijn van oorsprong Nederlanders die al zes generaties lang port in Portugal maken. We proefden een Ruby Dum, een Tawny Dee, een Late Bottled Vintage 2005, een 10 years old Tawny, een Vintage Port 2005 en een Coheita uit 1995. Een mooi assortiment om mijn proefgeheugen weer eens op te frissen. Martine is gastronoom en sommelier en geeft een extra dimensie aan haar proeverijen door de wijnen met spijzen te combineren. Op tafel stonden wat schalen met verschillende soorten hapjes die goed zouden combineren. Dat maakt het extra leuk voor mij al zit er een nadeel aan. In principe spuug ik elke wijn uit die ik proef (op een proeverij). Zodoende zit ik niet aan het eind van de avond beneveld met smakkende lippen elk glaasje leeg te zuigen, maar houd ik mijn hoofd er een beetje bij en kan ik geconcentreerd blijven proeven. Maar, een lekker hapje eten, de wijn proeven, en dan weer uitspugen… Probeer het maar eens, mij kost het moeite. 
Je hoeft natuurlijk niet alle wijn lekker te vinden op een proeverij. Net zo min zul je elke wijn spijs-combinatie waarderen. Ik herinner me een pecannotenbroodje dat zo zoet was dat dat over de wijn heen ging en een stukje peperworst dat een tumult in mijn mond losmaakte dat nog lang nagonsde, zeker met de alcohol die daar overheen ging. Maar dat soort zaken maakt je alleen maar meer bewust van wat wijn en spijs in je mond kunnen doen. Er stond ook chocolade op tafel en dat was nou weer een ontdekking voor mij. In eerste instantie denk ik bij een wijn-spijs combinatie met chocola aan een Pedro Ximenex sherry maar bij port is dit ook een mooie combinatie. 
Ik heb wel proefnotities gemaakt maar zal je daar niet mee vermoeien. Kijk maar eens op het blog van Martine als je nieuwsgierig bent, zij kan dat veel beter dan ik. 
Mocht je net als ik meer port willen gaan drinken dan kun je dat heel makkelijk tot stand brengen. Kijk eens bij De Smaakboutique, de internetwinkel van Martine waar naast port ook een mooie collectie goed betaalbare wijnen te krijgen is. Misschien ben je wel wat huiverig van (wijn) kopen via het internet maar ik verzeker je dat je daar bij de Smaakboutique niet bang voor hoeft te zijn. Kijk eens rond en misschien krijg je nog wel een idee voor de komende feestdagen.
Voor de goede orde, ik ben op geen enkele manier verbonden met de Smaakboutique maar schrijf in alle vrijheid over zaken die ik goed vind en graag met je deel. 

zondag 12 september 2010

Rabarbarocello 2


Het is al weer geruime tijd geleden dat ik mijn geheim project startte. Nu is het zo ver. Ik zal verslag doen van het proces.


Als je wilt weten hoe het allemaal begon klik dan hier, dan kun je lezen wat ik gedaan heb, wat er in de tussentijd gebeuren moest en wat er uiteindelijk van te verwachten viel…


Als je er weer bent kan ik je nu vertellen hoe het afgelopen is.

Na weken wachten en regelmatig schudden bleek, toch nog onverwachts, het moment gekomen te zijn om de rabarbarocello te bottelen. Ik heb daarvoor de inhoud van mijn doos door een zeef met neteldoek gegoten. De kleur was al mooi roze. Ik heb het residu gepureerd en weer in mijn neteldoek gedaan, zodat ik alle kleur en reststoffen goed zou kunnen uitwringen.

Wat bleek? Het was vergeefse moeite. Geen druppel kwam er meer uit. Nou ja, eentje misschien, maar dat voegde niets meer toe aan de inhoud van mijn fles. Ik heb natuurlijk wel geproefd. Dat was een heel aangename kennismaking met mijn eigen brouwsel. Het was zoet, zoals te verwachten viel, maar niet overdreven. Het had bovendien een mooie lichtzure smaak van de rabarber. De alcohol was achteruit gegaan. Normaal zou ik mijn keel een keer geschraapt hebben na een slok, maar nu likte ik gewoon mijn lippen af. Die fles is opnieuw de koeling in gegaan zodat mijn likeur kon rijpen.


Je ziet op de foto wat er van over gebleven is. Heel af en toe heb ik tussendoor een slokje genomen om, puur wetenschappelijk, het proces op de voet te volgen. Uiteindelijk heeft de kleur zicht verdiept en heeft er zich wat bezinksel gevormd. De smaak is ook een tikje rijker geworden, wat zachter. De alcohol is een schaduw van wat hij ooit geweest is. Ik zal het niet op een kinderfeestje schenken, maar veel kwaad zou het volgens mij niet meer kunnen.

Kortom, een leuk experiment maar een volgende keer zal ik het eerder met citroenen proberen en neem ik pure inmaakalcohol. Dat zie je nogal eens in recepten opduiken. Het wordt dan wel verdund met water maar zodoende kom je denk ik precies goed uit. Dan heb je geen last meer van zeurende nichtjes en neefjes en kun je alles lekker zelf opdrinken.

dinsdag 1 juni 2010

Champagne III

Deze keer weer iets over onze reis naar de Champagne. Op de laatste dag bezochten we een kleine producent waar ik hier in Nederland al eens een paar mooie glazen van had gedronken. Wat bleek, Lenique bleek in Pierry gevestigd te zijn, slecht vier kilometer onder Epernay waar wij logeerden. De navigatie bracht ons regelrecht voor de deur en daar beleefden we ons indrukwekkenste bezoek van de hele reis. We kregen een privé rondleiding door de caves. Er ontstond een leuk gesprek met volop informatie in een warme en ongedwongen sfeer. De rondleiding bij Mercier was leuk om mee te maken, maar dit was veel persoonlijker en completer. Het hele bedrijf liepen we door en overal stopten we om de zaken te bekijken en te bespreken. Aan het einde was er natuurlijk gelegenheid om te proeven en eventueel iets te kopen. Ik was blij en ook geschokt te horen dat deze kwaliteitschampagne te koop was voor maar drie euro meer dan het allergoedkoopste merk bij de Carrefour.

Hieronder een kleine impressie van ons bezoek.


zaterdag 29 mei 2010

Rabarbarocello

De foto hierboven maakt misschien niet alles in één keer duidelijk. Ik zal het uitleggen.

Mijn eerste kennismaking met Limoncello is al weer een poosje geleden, maar het liet niet na diepe indruk op me te maken. Toen ik door de Delicious bladerde kwam ik een recept tegen om zelf een soortgelijk drankje te maken.

Ik besloot het erop te wagen. Ik kocht een half flesje Vodka en 250 gram rabarber. De rabarber heb ik in de keukenmachine in dunne plakjes gesneden en samen met 100 gram suiker in een luchtdicht afsluitbare bak gedaan. Hierover schonk ik de Vodka uit en schudde eens voorzichtig. Zo zag ik de suiker oplossen in het glinsterende vocht en daarmee was het begin van een wonderlijk proces in gang gezet. De doos heb ik afgesloten en op een koele donkere plek gezet. Gedurende 3 à 4 weken zal ik hem één keer per dag zachtjes schudden. Visite die komt zal ik met zachte drang meetronen naar mijn geheime plek en dan mogen ze ook een keer schudden. Samen zullen we luisteren naar het geklots en ik zal hen alles vertellen over het wonder dat zich hier voltrekt.




















Na vier weken zeef ik de inhoud door een neteldoek en zal ik de overgebleven massa pureren. Die gaat in een keukenzeef die boven mijn likeur hangt, waarna lekkende druppels roze rood vocht zich ermee gaan vermengen. Hier verheug ik me op. Net zoals ik gebiologeerd kan kijken hoe wolken thee-extract zich geluidloos verspreiden door het kokende water. Ik vermoed hier altijd een soort oergeluid bij van vulkanen en stromende lava wat ik niet kan horen. Als de kleur van mijn Rabarbarocello intens roze is proef ik een slokje. Spannend. Dan giet ik hem over in een fles en moet ik minstens drie maanden wachten. Onmogelijk. Daarom zal ik met ruime tussenpozen telkens een slokje nemen om het proces van het rijpen op de voet te volgen.

Ik hou je op de hoogte.

zondag 16 mei 2010

Champagne I

Wij zijn in de Champagne geweest en daar is, wat eten en drinken betreft, veel over te schrijven. De komende artikelen wil ik daarom graag aan dit onderwerp wijden. Wij hebben een groot champagnehuis bezocht (Mercier) en een klein huis (Michel Lenique), we hebben er heerlijk gegeten en gedronken, het graf van Dom Perignon bezocht, de grote stad Reims bekeken en we hebben gelogeerd in Epernay. Dit alles op een goede 420 km van huis. Misschien breng ik je dus wel op een idee!
Allereerst maar wat grammatica.
Wie de deur openstoot in een van de vele champagnehuizen die je overal ziet en je uitnodigen tot proeven, en roept ‘Bonjour monsieur, j’aime la Champagne beaucoup!’ kan rekenen op een vriendelijk knikje, maar moet niet denken dat hij wat ingeschonken krijgt. La champagne is de landstreek, le champagne is het drankje en les champenois zijn de jongens die het lekkere spul maken. En proeven kun je op elke hoek van de straat. Overal borden met ‘Dégustation et Vente’. De kunst bestaat erin niet overal binnen te vallen en te keuren, maar met beleid te werk te gaan. Wie dit al te gemakkelijk opvat loopt het risico binnen een dag in een voortdurende staat van beschonkenheid de rest van zijn vakantie door te brengen.
Op weg naar la Champagne kom je Laon tegen. Deze stad hadden we al eerder bezocht om zijn gotische kathedraal met ossenbeelden. We zijn er ook deze keer weer gestopt en hebben er geluncht. Een mooie stad om de benen even te strekken en de kathedraal te bekijken. Ik kan het je aanraden.

Zoals gezegd hebben we gelogeerd in Epernay. We hadden er beslist geen spijt van. Misschien zou je voor de grote stad Reims kiezen, maar Epernay is veel intiemer, biedt gelegenheid tot heerlijk eten en drinken en is bovendien de hoofdstad van de Champagne.
We hebben er gegeten bij een gezellig Italiaans restaurant waar ik een stuk zalm met, uiteraard, een champagnesaus nam. Heerlijk, inclusief de tiramisu die het sluitstuk vormde.

We zijn ook in Restaurant Le Theatre geweest. Een mooi pand op een prachtige locatie waar je goed en redelijk geprijsd kunt eten. Mijn voorgerecht bestond uit asperges met een vinaigrette en een kleine terrine. Heerlijk smaakte het. Aan het eind van de avond maakten we een praatje met de chef en vroeg ik hem waar die terrine uit bestond. ‘Kopvlees’ luidde het antwoord.
‘Verrukkelijk’ kaatste ik terug. De chef vertelde dat er ook biggenvlees op de kaart staat en dat in het kader van de restverwerking de kop in een terrine verwerkt werd. Het had op geen beter moment kunnen komen, nadat ik mijn boek Sus domesticus gelezen had.

Wie Epernay bezoekt moet gewoon een wandeling over de Avenue de Champagne maken. Hier zijn de grote huizen gevestigd en kun je zien wat een rijkdom er vergaard is met deze witte wijn. Stadspaleizen zijn het die voor elkaar niet onderdoen in allure. Als eerste kom je Moët & Chandon tegen. Wil je ondergedompeld worden in luxe dan moet je hier een rondleiding volgen.
Wij kozen ervoor om aan het eind van de Avenue bij Mercier aan te kloppen. Er is een heel boeiende rondleiding die bestaat uit een filmpresentatie, een langzame ‘liftreis met show’ die je naar de caves brengt, de caves zelf die 30 meter onder de grond liggen en 18 km lang zijn, het treintje dat je er doorheen voert en tenslotte de proefruimte waar je de champagne kunt kopen met de gebruikelijke souvenirartikelen. Ik geef het eerlijk toe, behalve champagne heb ik ook een kelnersmes met opdruk gekocht. Op de foto’s kun je onder andere het grootste wijnvat zien dat de tweede prijs won op de wereldtentoonstelling van 1889. (De eerste prijs kreeg de Eiffeltoren!) In dit vat kan het equivalent van 200000 flessen champagne. Het duurde 16 jaar voordat het af was en is daarna nog 2 keer naar Parijs vervoerd met behulp van een os of 18.
Eugène Mercier was een opmerkelijk man. Toen hij 20 jaar oud was heeft hij zijn eigen champagnehuis opgericht, hij was de eerste die bij de gebroeders Lumière een reclamefilm liet maken, hij organiseerde ballonvluchten boven Parijs waarbij de luchtvaarders een glas champagne konden drinken, hij liet binnen korte tijd die 18 km caves maken en wist tenslotte met zijn gigantische vat de aandacht van de wereld op zijn merk te vestigen.
Ik heb zijn Brut geproefd en zijn Demi-Sec. Het zijn goede wijnen, maar dat verbaast natuurlijk niet. De Brut is de bestseller van het huis. Hij ruikt naar aardbeitjes en cassis, heeft een fijne mousse (drie jaar gerijpt) en een lange afdronk. De Demi-Sec is een ronde wijn, complex, met aroma’s van rozijnen en abrikozen. Hij is wat kruidig in de mond met honing en fruit. Heerlijk bij een niet te zoet nagerecht.

vrijdag 7 mei 2010

Vine, Amsterdam

Na alle feestelijkheden en commotie die zich in onze hoofdstad de afgelopen tijd hebben afgespeeld zijn wij, op een rustige donderdag, daar weer eens op bezoek geweest.

We bezochten bij toeval het museum Het Schip waar je de architectuur van de Amsterdams School letterlijk van binnen en van buiten leert kennen. Na een geanimeerde rondleiding werd het tijd om eens uit te rusten en aan de inwendige mens te denken. Wijnbar Vine bleek op loopafstand en zo kwam het dat ik daar ondanks de vele bezoekjes aan Amsterdam nu toch eindelijk eens terecht ben gekomen.

Dit etablissement is door het blad Perswijn tot wijnbar van het jaar 2010 uit geroepen. Hoewel ik de concurrentie niet bezocht heb, kan ik deze toekenning helemaal onderschrijven. De eerste indruk was gelijk goed. We werden vriendelijk ontvangen in een modern ingerichte zaak en konden op ons gemak eerst eens rondkijken. Er is veel te zien. Een lange wand is helemaal voorzien van flessen. Achterin liggen de flessen in de koeling en kon ik, nieuwsgierig als ik ben, etiketjes kijken. Tot mijn genoegen ontdekte ik een fles van De Kleine Schorre, van Schouwen Druivenland. Een wijnboer die wij vorig najaar bezochten en waar ik een lekkere Auxerrois van gedronken heb. Maar, toen we eenmaal een plekje hadden uitgezocht en een prachtige wijnkaart in handen hadden, ontbrak ook de Petrus niet. Kortom, een zeer uitgebreide kaart die voor ieder wat wils biedt.

Hoewel de kaart het niet vermeldt is het mogelijk een flight (een aantal proefglazen) te nemen voor wie dat wil. Een heerlijk glas wijn kan lang en veel genoegen verschaffen maar ik koos voor het vergelijkend drinken, een flight dus. De sommelier deed een leuk voorstel wat mij echter niet direct in opperste staat van verrukking bracht. Geen nood, het kon ook anders. Ik kreeg drie ruime glazen met interessante wijnen en goede informatie daarbij. Onderweg hadden we al iets gegeten zodat ik niets uit de keuken bestelde, maar wat ik voorbij zag komen leek me zeer de moeite waard.

Bij het afrekenen was er nog alle tijd voor een praatje over hun wijnbewaar/serveersysteem dat op stikstof gebaseerd is.

Toen ik voldaan weer buiten stond bedacht ik dat ik nooit een stamkroeg gehad heb, maar dat dit de mijne zou kunnen zijn!

dinsdag 27 april 2010

Munsterkaas met Gewurztraminer

Misschien had ik de titel wel moeten omdraaien, Gewurztraminer met Munsterkaas. Dit dilemma roept een lastig vraagstuk op want ik weet de laatste tijd niet meer of ik met zoveel liefde aan tafel ga om het eten, of om de wijn die ik erbij drink. Nou maakt het in dit geval niet zo uit omdat deze wereldberoemde combinatie van wijn en spijs elkaar zo magnifiek versterkt, dat je afwisselend moet eten en drinken.

En als je het dan toch weten wilt, ja, ik begin met een slokje!

Het begon allemaal in de Elzas. Op een warme zomerdag kreeg ik het idee om met de auto een dag naar Munster te gaan. Ik wilde wel eens zien waar deze wereldberoemde kaas vandaan komt en natuurlijk een lekker stukje meenemen. Na een half uur rijden kwamen we in een hoger gelegen dal met veel sappig groen gras. Zowaar, toen we het plaatsje bereikten was het eerste wat we zagen een rotonde met daarop een vergeelde plastic kaas met een punt eruit.
We werden hier niet echt enthousiast van maar we hadden ons doel bereikt.
Wandelend naderden we het eind van de grote winkelstraat, op zoek naar iets wat met kaas te maken had. Maar helaas, er was geen museum, geen kaasmakerij, niets, er was niet één indicatie dat we in de beroemde kaasstad waren.Aan het eind van de straat gingen we een winkel in waar kaas en wijn te koop was om te vragen waar we wat meer over de Munsterkaas te weten konden komen. ‘Hoog in de bergen’ zei de eigenaar vriendelijk. Hier in de stad was niets te vinden. Maar, hij kon ons wel een heerlijk kaasje verkopen. Desgewenst kon hij het zelf vacuüm voor ons verpakken! En ach, ik argeloze, ik zei ja.
‘Doet u er maar twee’ riep ik nog, want in die situaties ken ik mijn grenzen niet.

In de auto bekroop me een ongerust gevoel. Ik had twee prachtige kazen gekocht die we niet in één keer konden opeten en dus koel zouden moeten bewaren. Stroom hadden we niet op de camping, alleen een koeltas. De zon brandde fel op onze auto die zijn weg weer vond naar Ribeauville. Op de camping aangekomen kreeg ik een lumineus idee. Er stroomde een fris beekje naast onze tent en daar konden mijn vacuüm verpakte kaasjes koel in blijven. Ik liep naar een rustig gedeelte en stroopte mijn mouwen op. Hangend over het snel stromende water dompelde ik mijn zak met kaas onder water en voelde een ijskoude tinteling op mijn huid. Goed zo, dacht ik grimmig, des kouder des te beter. Ik verankerde mijn zak met een grote kei zodat hij niet met de stroom mee zou gaan. Hij wuifde echter als een ballon in de wind en was duidelijk zichtbaar. Het idee dat iemand mijn kaasje zou kapen en dat ik die persoon heerlijk zou zien happen in mijn Munsterkaas was voor mij onverteerbaar. Ik ging opnieuw aan het werk en maakte een gat tussen de keien en bedekte nauwkeurig mijn kaasjes zodat niemand ze zou zien. Als een inbreker gluurde ik om me heen. Niemand had op mij gelet, perfect. Voldaan keerde ik terug naar de tent.

Op de dag van ons vertrek werd ik gewekt door kinderstemmen en geplons.
Mijn kaas! Ik schoot overeind en kleedde me aan. Buitengekomen besefte ik dat mijn kaasjes in de gevarenzone gekomen waren. Een aantal Franse kinderen was druk bezig met stenen gooien en spetteren. Vrolijkheid alom. Ik moest mijn haast bedwingen maar liep niettemin met gezwinde pas op hun af. Toen ze mij aan zagen komen werden ze stil. Ik stroopte mijn mouwen op terwijl ik door tien Franse oogjes verbouwereerd werd gade geslagen. Dit was mijn moment. Ik duwde wat keien opzij en bracht zegevierend mijn kaasjes boven water.
‘Ohh... ahh…’ klonk het om me heen.
‘C’mon frigo, ‘t is mijn koelkast! ’ zei ik olijk en kreten van bewondering en gelach vermengden zich. Zelfgenoegzaam liep ik weer terug naar de tent. Het is immers niet elke dag dat ik zo’n snedigheid in het Frans debiteer.

Het was ‘s avonds heel laat toen we zwijgend naar de kaasjes op het aanrecht keken. Misschien kwam het door het licht, maar ze leken me iets geler toe. Bovendien zat er wat vocht in het plastic. Een angstig voorgevoel overviel me. Zou ik ze maar niet in de koeling leggen en morgen eens kijken…? Nee, met een ernstig gezicht pakte ik een schaar en knipte de zak open.
We deinsden achteruit. Er kwam een lucht van mijn kaasjes af die weerzinwekkend was. Alsof er een verschraald aquarium met rottende vis openging. Zuur en bedorven kroop er een vette walm omhoog naar het plafond om vandaar weer vettig plakkend tegen de keukenkastjes naar beneden te zakken. Het was walgelijk, een penetrante lucht die op je longen sloeg, rottende dampen kwamen uit mijn zakje. Mijn ogen vulde zich met tranen terwijl ik de keuken uitrende, naar buiten! Toen we na een kwartier de eerste ademhalingsproblemen weer te boven waren gekomen moest ik weer terug naar de keuken zodat niet het hele huis doortrokken zou worden van deze onaardse mestgeur.
Nog dagen later maakte Goeree een verlaten indruk. Geen hond of kat liet zich op straat meer zien…

Oh ja, en mocht je deze kaas toch nog eens willen uit proberen met een Gewurztraminer, leg er dan wat kümmel naast. Een heerlijke combinatie.

vrijdag 16 april 2010

Grootse wijnen, kleine importeurs

Afgelopen zondag vond in Rotterdam een wijnproeverij plaats waar vijftig importeurs hun wijnen aan het publiek ter kennismaking aanboden.
Ik ben daar, in goed gezelschap, heen gegaan omdat een wijnliefhebber volgens mij twee dingen moet doen: veel ervan proeven en veel erover lezen.
Om bij al het lekkers te komen moest je de lift nemen tot de zevende etage. Het is misschien een inkopper, maar de zevende hemel was die dag voor mij op gelijke hoogte. Op de bovenste verdieping was een ruime zaal gevuld met tafels en heel veel flessen erop en hier en daar wat hapjes. Een uur na opening werd het al druk bezocht. Ik keek uit over het frisse Rotterdam waar de marathon bezig was. Ik had natuurlijk daar boven mijn eigen ‘drink-marathon’ kunnen beginnen, maar daar is mijn gestel niet tegen bestand. Daarom had ik vooraf besloten om mijn aandacht te richten op witte wijnen en in het bijzonder op Riesling. Je kunt wel vooraan beginnen en je vriendelijk laten inschenken, maar dan is de kans groot dat je proefvermogen gesloopt wordt omdat je veel te veel proeft, alles door elkaar heen drinkt en je niet meer redelijk kunt vergelijken. In een museum loop ik ook vaak gericht naar enkele stukken die ik wil bekijken en zo ook hier. Natuurlijk ben ik gevoelig voor de sfeer en al het andere dat er te beleven is.

Bij een tafel met wijn uit Georgië bleef ik even staan. Ik vroeg een wat oudere man in een donkerblauw kostuum wat hij de meest opvallende wijn vond in zijn aanbod en waarom. Hij keek me verbluft aan en vertelde me desgewenst dat hij rode, witte en roséwijn had,- van verschillende huizen. Ik proefde wat en dronk goede wijn, niets meer en niets minder. Misschien verwachtte ik meer persoonlijkheid van een wijn uit zo’n streek, maar in Georgië willen ze ook graag hun wijn verkopen en dan maak je waarschijnlijk geen spannende wijn met een eigen gezicht maar gewoon bekende, goede wijn.

Ik liep langs een tafel met mooie Bourgognes. Er stond niemand dus bleef ik even staan en werd vriendelijk toegeknikt.
‘Mooie collectie heeft u’.
‘Ja’ kreeg ik terug met een glimlach. Na nog enige opmerkingen van mijn kant die vriendelijk bevestigd werden liepen we weer verder, de tafel weer in volstrekte eenzaamheid achterlatende.

Een paar tafels verder keek ik in het beweeglijke gezicht van een veertiger. De superlatieven stroomden uit zijn mond terwijl hij mij rap het ene na het andere glas inschonk. Tempo, tempo! Al pratende pakte hij ongevraagd het glas uit mijn hand, walste de wijn met ziedende vaart tot de rand en gaf het met een knikje weer terug,- drinken.

Ik wilde even bij de tafel Topbourgognes kijken. Het bleek niet mogelijk, linksom niet, rechtsom niet. De tafel was en bleef hermetisch afgesloten. Misschien was het mijn ergernis maar ik zág die mannen denken, wij hebben iets grotere auto’s, wij dragen iets duurdere kleding, wij drinken iets betere wijn. En ik dacht, bovendien hebben jullie iets dikkere buiken. Gelukkig bleek er een vroegere studiegenoot van mij in het gezelschap te staan waardoor de rijen zich openden. Ik proefde een Sancerre met een afdronk die duurde tot de begane grond en was alle ergernis weer vergeten.

De absolute winnaar was voor mij een Riesling van het huis van Volxem, uit de Saar. Een mooi strogele kleur met een heerlijke geur van bloemen, citrus en wit fruit, appeltjes. Mooie zuren en heel veel mineraliteit in de mond met een licht zoetje. Echt een super-Riesling. De fles kost dacht ik 28 euro en de wijn en het domein hadden buitengewoon veel waardering in de internationale pers gekregen, zo vertelde de standhouder mij trots. Alleen al deze wijn te kunnen proeven was de hele onderneming waard.
Verder kreeg ik nog een vatmonster 2009 Riesling te proeven van Dr. Loosen. Een unicum voor mij. Wij hopen dit jaar naar de Moezel te gaan en dan wil ik beslist even langs Dr. Loosen! Behalve dat nog een Riesling Auslese en een Kabinett van dit huis. Werkelijk prachtige wijnen.

Op de terugweg naar de lift kocht ik nog een stukje romig zachte blauwschimmelkaas van geitenmelk. Ik heb hem nog nooit zo lekker gegeten. Het is dat ik er 123 km voor moet rijden om in Beverwijk te komen, anders was ik er al lang gaan kijken! Bourgondisch Lifestyle. Had ik maar zo’n zaak in de buurt.

donderdag 8 april 2010

Elzas menu


We kregen gasten te eten en ik speelde zo in de dagen vooraf met wat ideetjes. Totdat ik ineens een mooi stuk Munsterkaas zag liggen en mijn gedachten onwillekeurig naar een heerlijk glas Gewurztraminer uitgingen. Deze wijn uit de Elzas vormt een perfecte combinatie met deze kaas. Ik besloot ter plekke om een Elzas-menu te maken dat ik baseerde op ons laatste bezoek.
Ik heb nog enkele flessen Muscat liggen die ik koester als goud omdat ik die hier in Nederland niet zo snel kan kopen. Ik hou van deze ongecompliceerde wijn die ruikt naar waar hij van gemaakt is: druiven. In de Elzas drink ik hem dagelijks wat niet zo’n probleem vormt omdat het daar hét aperitief is. Zoals je op de foto kunt zien heb ik mijn flesje van Bruno Sorg uit Eguisheim. Een mens moet ergens beginnen dus toen ik een goede aanbeveling van deze producent door Hubrecht Duijkers las, besloot ik hier eens op bezoek te gaan. Dat bleek een uitstekend idee. Op een zonnige middag belandden wij in Eguisheim, een verrassend leuk plaatsje dat volop mogelijkheden bood om te wandelen, te eten en wat wijn te proeven.


Na enig gezoek vonden we een rustig straatje met een rustiek huis met daarop het uithangbord ‘Bruno Sorg’. We liepen de binnenplaats op en zagen een deur open staan, en alweer een uithangbord 'dégustation'. We stapten naar binnen en kwamen in een kleine maar aangename ruimte terecht. Tegenover de ingang was een kleine bar geplaatst en aangrenzend stond een grote eettafel waar, zoals mij later bleek, M. Sorg met wat gasten een amicaal gesprek voerde. Mensen die mij goed kennen valt het dan op dat ik zachtjes ga stralen. Zo ook deze keer. Zoveel vriendelijkheid, gastvrijheid en goede wijn liet mij niet onberoerd. We bleven er een uurtje binnen en gingen met een aantal prachtige flessen Gewurztraminer en Muscat weer naar buiten. Behalve deze buit ook nog een warm gevoel van binnen (niet van de wijn!) en een dierbare herinnering.
De Muscat Pfersigberg is gemaakt van 80% Muscat à petit grains en 20% Muscat Ottonel. Hij smaakte krachtig maar elegant, vederlicht. Droog en fruitig, kortom, een van de beste die ik gedronken heb.
De fles Riesling had ik van iemand gekregen die weet heeft van mijn speciale band met deze druif die zulke mooie ‘speelse’ zuren kan geven.
Ik had ook nog Gewurztraminer van Bruno Sorg liggen die de kaas zou begeleiden.
Tenslotte zou ik mijn flesje Eau de Vie, Marc d’Alsace Gewurztraminer, weer eens opentrekken om een citroensorbet mee te besproeien.
Wat een vooruitzicht. Het menu bestond uit de volgende gangen:

Coctail van Stellendamse garnalen. Ik weet het, het is wat ver gezocht. Maar als je met zijn tweeën boodschappen gaat doen voor zo’n diner dan kun je nog zulke mooie plannen hebben, soms delf je gewoon het onderspit. Ik kwam er niet onder uit. Het recept volgt vanwege het onovertroffen Stellendamse garnaaltje en het o zo eenvoudige maar lekkere sausje wat er bij gaat.

Soep van doperwten met munt. Je kunt hem warm serveren of koud. Het is niet een echte Elzas-klassieker maar wel een Frans soepje. Ik koos ervoor hem warm te serveren vanwege de afwisseling tussen warm en koud in mijn menu. Bovendien heb ik het recept wat ‘opgepimt’ met een coquille en wat truffelolie. Het recept komt nog want ik ga dit beslist vaker maken.

Vervolgens serveerde ik een Crème Brulée van broccoli wat je hier kunt vinden in de versie met groene asperges.

Het hoofdgerecht bestond uit Kip in Riesling met spätzle wat ik al eerder gemaakt heb waarvan je hier het recept kunt vinden.

De Munsterkaas volgde met de Gewurztraminer. Een recept kun je het niet noemen maar ik zal er toch nog wat over schrijven omdat een specifiek kruid het er zo goed bij doet. Bovendien heb ik een bizar avontuur beleefd toen we naar Munster gingen om een stukje kaas te kopen.

We eindigden, sommigen zingend, anderen onderuitgezakt slapend, met een citroensorbet met Eau de Vie, Marc d’Alsace Gewurztraminer. Ik weet nog precies waar ik dit voor het eerst at in de Elzas. Het recept met wat couleur locale volgt nog.

Tot slot heb ik nog wat espresso’s gemaakt en een latte macchiato, waarvan acte.

zondag 13 december 2009

Mr Parker heeft smaak

Wel eens van Mr Parker gehoord? Die meneer Parker uit Amerika? Hij schrijft over wijn. Daar zijn er wel meer van, hoor ik je zeggen, maar er is maar één Robert M. Parker. Deze man heeft een puntensysteem ontwikkeld waarmee hij de geproefde wijnen beoordeelt. Wijnen onder de 50 punten worden door hem niet genoemd. Wijnen die 50 -59 punten scoren zijn onacceptabel, 60-69 zijn wijnen onder het gemiddelde, 70-79 zijn gemiddelde wijnen. Dan komen met 80-89 de bovengemiddelde wijnen tot zeer goede wijnen, de uitstekende wijnen krijgen van hem 90-95 punten, en tot slot krijgen de buitengewone wijnen 96-100 punten.
Zijn stem is zo krachtig in de internationale wijnwereld dat men wijnmakers er wel eens van verdenkt wijnen te maken die zich richten naar de smaak van Parker. Nou schijnt meneer Parker een voorkeur te hebben voor krachtige en stevige wijnen. De wat frissere en toegankelijkere wijnen worden door hem niet zo positief beoordeeld. Geloof het of niet, dit heeft geleid tot een vervlakking en eenzijdigheid van veel wijnen, met name in de Bordeaux.
Als ik tijd heb bezoek ik graag een wijnproeverij. Twee weken geleden had ik op zo’n gelegenheid een leuk gesprek met de sommelier die drie jaar onder Cees Helder in Parkheuvel had gewerkt. De wijnen waren niet bijzonder, de witte waren niet gekoeld, maar het gesprek en het samen proeven maakten van deze proeverij toch een leuke belevenis.
Dat het stukken beter kan ervaarde ik gisteren. WD Nederland organiseerde weer een proeverij en die was net als de vorige, zeer de moeite waard. De ontvangst was hartelijk, de begeleiding prima en de 16 gekozen wijnen boeiend. De proeverij begon met 3 Champagnes. Het eerste glas bestond uit een blend van bijna gelijke delen Chardonnay en Pinot Meunier en 5 % Pinot Noir. Het twee glas was een Blanc des Blanc, gemaakt van alleen maar de Chardonnay druif. Het laatste glas was een Blanc des Noirs, gemaakt van 100% Pinot Meunier. Drie prachtige glazen en allemaal van het huis Michel Lenique.
Ik ga niet de hele proeverij hier beschrijven maar één wijn wil ik toch nog noemen. Peter Lehmann die zijn wijn maakt in de Barossa Valley in Australia was vertegenwoordigd met een wijn gemaakt van Chardonnay, Gewurztraminer, Muscat, Pinot Gris en Semillon. Layers White geeft hij deze wijn als naam mee. Als ik deze wijn gemaakt zou hebben had ik hem waarschijnlijk Restjeswijn genoemd! Het zou waarschijnlijk niet verkopen maar dat geeft niet. Ik maak toch geen wijn, ik ben beter in het drinken van wijn. Ieder moet doen waar hij goed in is. Ik moet zeggen dat dit glas mij uitstekend beviel. De aanvankelijke scepsis was snel overwonnen. Ik wilde wat van deze wijn mee naar huis nemen om later de kennismaking nog eens te vernieuwen en natuurlijk ook om opnieuw hiervan te genieten. Ik heb het niet gedaan, ik heb een andere fles gekocht.
Het was een 100-punten-Parker-wijn. WD Nederland had slechts een flesje of 12 weten te bemachtigen en verkocht die alleen aan vaste klanten. Nou heb ik een los-vaste relatie met WD Nederland dus ik was zeer gelukkig dat ik toch deze fles mee naar huis mocht nemen. Voordat ik deze wijn proefde had ik een Sauternes in de mond gehad van Chateau Dudon. Een mooie wijn, zeker, eentje die indruk achterliet maar toen ik een glas met Boekenhoutskloof in handen had was de herinnering snel verdwenen. Wat een heerlijke neus. De aanzet was overrompelend, de afdronk eindeloos. Ik was ooit bevriend met een beeldend kunstenaar die vond dat grote kunst direct opvalt, alsof er een spotje op staat. Ik moest er aan denken, omdat ik bij dit glas de zon voelde. Die verwarmende, kleurbrengende, koesterende en levensvreugde brengende zon. Wat een wijn. Ik bewaar hem voor een speciale gelegenheid met mensen die hem op waarde weten te schatten en serveer hem dan aan het einde van de maaltijd. Geen dessert zal hem begeleiden. De wijn zal de kroon op het diner zijn.

zaterdag 26 september 2009

Vin de Paille


‘Vin de Paille wordt inmiddels erg zeldzaam. Het maximale oogstrendement is slecht 20 hectoliter per hectare.’ Zo besluit Peter Klosse in zijn boek Aan de slag met wijn zijn artikel over deze wijn.

Tsja, wie zich mijn laatste artikel herinnert weet dat ik mijn fles in de Auchan in Frankrijk kocht en dat het de laatste fles van de voorraad was. Dat geeft te denken, niet…?

Ik wilde hem graag hebben ook al was het maar een klein flesje en kostte het 20 euro. Ik heb wel wat met liquoreuze wijnen. Al mag ik er dan wel graag iets bij eten.

Wat is nu zo bijzonder aan deze wijn?

De wijn wordt gemaakt in de Jura. Met laat de druiven zolang mogelijk hangen zodat ze zoveel mogelijk suiker kunnen ontwikkelen. Na de oogst worden ze op stromatten gelegd zodat ze kunnen indrogen. Men laat ze zo rustig drie maanden aan hun lot over waardoor het rozijntjes worden. Ergens in februari, als de feestdagen allemaal weer achter de rug zijn en men weer zin krijgt eens wat met wijn te doen, komen ze daar in de Jura weer in actie. Ze persen de rozijnen zodat ze een hele zoete most (zeg maar druivensap) krijgen. Eenmaal goed op dreef maken ze van deze most een wijn met een alcoholpercentage tussen de 14 en 16 procent. Ze stoppen de wijn dan in een fust en vergeten vervolgens glad dat ze een mooi voorraadje opgebouwd hebben. Daar gaat gauw een paar jaar overheen.

Op een mooie dag vinden twee wijnboeren in de kelder een groot vat. Eéntje met een dikke buik en een grote zwarte baret op, klopt eens tegen de eiken voorkant en kijkt vragend naar de ander. Die trekt zijn wenkbrauwen op en mompelt vanonder zijn snor ‘Ah, bon... Hmm… jnsaispâ…’ Zo turen ze dan enkele ogenblikken in elkaars waterige ogen en als ze er dan van overtuigd raken dat de ander hier echt niets van weet besluiten ze een glaasje te tappen. De dikke haalt een bonte zakdoek uit zijn zak en begint een klein bekertje te poetsen. Nijdig mept de ander naar die zakdoek en postuleert zich breeduit voor het fust. Hij pakt zijn tastevin (een wijnproefschaaltje), een erfstuk van zijn opa, spuugt er eens in en wrijft hem schoon met zijn hemd. Dan laat hij er wat van het goudgele vocht in lopen. Hij ruikt, en in doodse stilte neemt hij een slokje. De dikke kijkt ademloos toe en schuift zijn baret naar achter.

‘Et alors…?’

De ander laat zich met gesloten ogen op de grond zakken. Hij zegt niets meer, in zijn snor glinsteren nog wat kleine druppeltjes wijn.

Ze zijn ‘s middags niet aan de keukentafel geweest om te eten. Ook bij het diner, wat ze toch nooit overslaan, heeft niemand ze gezien. Laat in de avond, zijn ze gearmd als gezworen cameraden heel voorzichtig de trap opgeklommen, hebben hun hele familie gekust en zijn met zijn allen weer aan tafel gegaan om een stuk boerenpaté met brood te eten.

Weet je wat ze geroken hebben, geproefd hebben? Aroma’s van gekonfijt fruit, gedroogde zuidvruchten, kaneel en honing. Gekonfijte sinaasappel, pruimen en vast en zeker zat er ook nog een rokerige nootachtige toon in.

Related Posts with Thumbnails