- Bewaar glazen niet op hun kop in de kast want ze kunnen vreemde luchtjes aannemen.
- Als je ze oppoetst of droogmaakt, houd ze dan vast bij de kelk en niet bij de voet. Dat scheelt een hoop scherven.
- Vul de glazen beslist niet verder dan het midden. Je moet de wijn ook nog kunnen walsen, ofwel in het glas ronddraaien. Hierdoor komt de geur goed los omdat het oppervlak groter wordt.
- Het beste maak je kristallen glazen schoon door ze te spoelen in lauw water zonder afwasmiddel. Zeggen ze, maar ik gebruik toch wel eens een sopje hoor, zeker met lippenstift en vette jus aan de rand ;-)
woensdag 11 mei 2011
Waarom goede wijnglazen?
donderdag 17 maart 2011
Domaine Saint Aix Prestige AOC 2004
maandag 7 maart 2011
Coq au vin met een gamay
- Twee stukken kip met dij en poot
- Wat olie en boter om te braden
- Een netje slalotjes
- Een winterpeen in plakjes
- Een pakje gerookte spekblokjes
- 4 teentjes knoflook
- 2 laurierblaadjes
- Wat herbes de Provence
- Een scheutje room
- Een mengsel van boter en bloem om de saus te binden
- 1 fles Beaujolais Villages (min 2 glazen, want je hebt 1 glas in de keuken nodig en 1 aan tafel)
vrijdag 21 januari 2011
Penfolds Rawson’s retreat vintage 2008
dinsdag 11 januari 2011
Rood-witte wijn
vrijdag 7 januari 2011
Muskaatwijn uit de Elzas
woensdag 5 januari 2011
Tip van Theo: Saus met wijn
Even tussendoor, tannines geven je mond een stroef en samentrekkend gevoel. Ze komen ook in thee voor. Als je een druppeltje melk in je thee doet dan binden de zij zich aan de melkeiwitten, waardoor de smaak minder wrang wordt. (Je tandarts wordt hier trouwens ook blijer van.)
Wat blijkt? Als je tannine-rijke wijn inkookt en je maakt je saus met een scheutje slagroom (wat gehakt of een gelatine-rijke ingekookte bouillon), dan verdwijnen die tannines en krijg je een veel zachtere saus.
zondag 12 december 2010
Finca la Piedra, Garnacha/Syrah 2009, Somontano
woensdag 10 november 2010
Tip van Theo: Madera
- Sercial is de droogste soort die vaak als aperitief gedronken wordt. Bij het koken vaak goed toepasbaar in hartige gerechten.
- Verdelho is halfzoet en wordt soms bij soep of als dessertwijn geschonken.
- Bual is een halfzoet mix die vaak in desserts en cake verwerkt wordt maar ook als dessertwijn gedronken wordt.
- Malmsey is de zoetse en donkerste. Hij is fruitig en likeurachtig en wordt gebruikt om desserts mee te parfumeren maar ook als dessertwijn die goed samen gaat met fruit, noten of cake.
dinsdag 12 oktober 2010
Portproeverij in het Meisjeshuis

zondag 12 september 2010
Rabarbarocello 2

Het is al weer geruime tijd geleden dat ik mijn geheim project startte. Nu is het zo ver. Ik zal verslag doen van het proces.
Als je wilt weten hoe het allemaal begon klik dan hier, dan kun je lezen wat ik gedaan heb, wat er in de tussentijd gebeuren moest en wat er uiteindelijk van te verwachten viel…
Als je er weer bent kan ik je nu vertellen hoe het afgelopen is.
Na weken wachten en regelmatig schudden bleek, toch nog onverwachts, het moment gekomen te zijn om de rabarbarocello te bottelen. Ik heb daarvoor de inhoud van mijn doos door een zeef met neteldoek gegoten. De kleur was al mooi roze. Ik heb het residu gepureerd en weer in mijn neteldoek gedaan, zodat ik alle kleur en reststoffen goed zou kunnen uitwringen.
Wat bleek? Het was vergeefse moeite. Geen druppel kwam er meer uit. Nou ja, eentje misschien, maar dat voegde niets meer toe aan de inhoud van mijn fles. Ik heb natuurlijk wel geproefd. Dat was een heel aangename kennismaking met mijn eigen brouwsel. Het was zoet, zoals te verwachten viel, maar niet overdreven. Het had bovendien een mooie lichtzure smaak van de rabarber. De alcohol was achteruit gegaan. Normaal zou ik mijn keel een keer geschraapt hebben na een slok, maar nu likte ik gewoon mijn lippen af. Die fles is opnieuw de koeling in gegaan zodat mijn likeur kon rijpen.
Je ziet op de foto wat er van over gebleven is. Heel af en toe heb ik tussendoor een slokje genomen om, puur wetenschappelijk, het proces op de voet te volgen. Uiteindelijk heeft de kleur zicht verdiept en heeft er zich wat bezinksel gevormd. De smaak is ook een tikje rijker geworden, wat zachter. De alcohol is een schaduw van wat hij ooit geweest is. Ik zal het niet op een kinderfeestje schenken, maar veel kwaad zou het volgens mij niet meer kunnen.
Kortom, een leuk experiment maar een volgende keer zal ik het eerder met citroenen proberen en neem ik pure inmaakalcohol. Dat zie je nogal eens in recepten opduiken. Het wordt dan wel verdund met water maar zodoende kom je denk ik precies goed uit. Dan heb je geen last meer van zeurende nichtjes en neefjes en kun je alles lekker zelf opdrinken.
dinsdag 1 juni 2010
Champagne III
Deze keer weer iets over onze reis naar de Champagne. Op de laatste dag bezochten we een kleine producent waar ik hier in Nederland al eens een paar mooie glazen van had gedronken. Wat bleek, Lenique bleek in Pierry gevestigd te zijn, slecht vier kilometer onder Epernay waar wij logeerden. De navigatie bracht ons regelrecht voor de deur en daar beleefden we ons indrukwekkenste bezoek van de hele reis. We kregen een privé rondleiding door de caves. Er ontstond een leuk gesprek met volop informatie in een warme en ongedwongen sfeer. De rondleiding bij Mercier was leuk om mee te maken, maar dit was veel persoonlijker en completer. Het hele bedrijf liepen we door en overal stopten we om de zaken te bekijken en te bespreken. Aan het einde was er natuurlijk gelegenheid om te proeven en eventueel iets te kopen. Ik was blij en ook geschokt te horen dat deze kwaliteitschampagne te koop was voor maar drie euro meer dan het allergoedkoopste merk bij de Carrefour.
Hieronder een kleine impressie van ons bezoek.
zaterdag 29 mei 2010
Rabarbarocello
De foto hierboven maakt misschien niet alles in één keer duidelijk. Ik zal het uitleggen.
Mijn eerste kennismaking met Limoncello is al weer een poosje geleden, maar het liet niet na diepe indruk op me te maken. Toen ik door de Delicious bladerde kwam ik een recept tegen om zelf een soortgelijk drankje te maken.
Ik besloot het erop te wagen. Ik kocht een half flesje Vodka en 250 gram rabarber. De rabarber heb ik in de keukenmachine in dunne plakjes gesneden en samen met 100 gram suiker in een luchtdicht afsluitbare bak gedaan. Hierover schonk ik de Vodka uit en schudde eens voorzichtig. Zo zag ik de suiker oplossen in het glinsterende vocht en daarmee was het begin van een wonderlijk proces in gang gezet. De doos heb ik afgesloten en op een koele donkere plek gezet. Gedurende 3 à 4 weken zal ik hem één keer per dag zachtjes schudden. Visite die komt zal ik met zachte drang meetronen naar mijn geheime plek en dan mogen ze ook een keer schudden. Samen zullen we luisteren naar het geklots en ik zal hen alles vertellen over het wonder dat zich hier voltrekt.
Na vier weken zeef ik de inhoud door een neteldoek en zal ik de overgebleven massa pureren. Die gaat in een keukenzeef die boven mijn likeur hangt, waarna lekkende druppels roze rood vocht zich ermee gaan vermengen. Hier verheug ik me op. Net zoals ik gebiologeerd kan kijken hoe wolken thee-extract zich geluidloos verspreiden door het kokende water. Ik vermoed hier altijd een soort oergeluid bij van vulkanen en stromende lava wat ik niet kan horen. Als de kleur van mijn Rabarbarocello intens roze is proef ik een slokje. Spannend. Dan giet ik hem over in een fles en moet ik minstens drie maanden wachten. Onmogelijk. Daarom zal ik met ruime tussenpozen telkens een slokje nemen om het proces van het rijpen op de voet te volgen.
Ik hou je op de hoogte.
zondag 16 mei 2010
Champagne I
Allereerst maar wat grammatica.
Wie de deur openstoot in een van de vele champagnehuizen die je overal ziet en je uitnodigen tot proeven, en roept ‘Bonjour monsieur, j’aime la Champagne beaucoup!’ kan rekenen op een vriendelijk knikje, maar moet niet denken dat hij wat ingeschonken krijgt. La champagne is de landstreek, le champagne is het drankje en les champenois zijn de jongens die het lekkere spul maken. En proeven kun je op elke hoek van de straat. Overal borden met ‘Dégustation et Vente’. De kunst bestaat erin niet overal binnen te vallen en te keuren, maar met beleid te werk te gaan. Wie dit al te gemakkelijk opvat loopt het risico binnen een dag in een voortdurende staat van beschonkenheid de rest van zijn vakantie door te brengen.
We hebben er gegeten bij een gezellig Italiaans restaurant waar ik een stuk zalm met, uiteraard, een champagnesaus nam. Heerlijk, inclusief de tiramisu die het sluitstuk vormde.
‘Verrukkelijk’ kaatste ik terug. De chef vertelde dat er ook biggenvlees op de kaart staat en dat in het kader van de restverwerking de kop in een terrine verwerkt werd. Het had op geen beter moment kunnen komen, nadat ik mijn boek Sus domesticus gelezen had.
Wie Epernay bezoekt moet gewoon een wandeling over de Avenue de Champagne maken. Hier zijn de grote huizen gevestigd en kun je zien wat een rijkdom er vergaard is met deze witte wijn. Stadspaleizen zijn het die voor elkaar niet onderdoen in allure. Als eerste kom je Moët & Chandon tegen. Wil je ondergedompeld worden in luxe dan moet je hier een rondleiding volgen.
Wij kozen ervoor om aan het eind van de Avenue bij Mercier aan te kloppen. Er is een heel boeiende rondleiding die bestaat uit een filmpresentatie, een langzame ‘liftreis met show’ die je naar de caves brengt, de caves zelf die 30 meter onder de grond liggen en 18 km lang zijn, het treintje dat je er doorheen voert en tenslotte de proefruimte waar je de champagne kunt kopen met de gebruikelijke souvenirartikelen. Ik geef het eerlijk toe, behalve champagne heb ik ook een kelnersmes met opdruk gekocht. Op de foto’s kun je onder andere het grootste wijnvat zien dat de tweede prijs won op de wereldtentoonstelling van 1889. (De eerste prijs kreeg de Eiffeltoren!) In dit vat kan het equivalent van 200000 flessen champagne. Het duurde 16 jaar voordat het af was en is daarna nog 2 keer naar Parijs vervoerd met behulp van een os of 18.
Eugène Mercier was een opmerkelijk man. Toen hij 20 jaar oud was heeft hij zijn eigen champagnehuis opgericht, hij was de eerste die bij de gebroeders Lumière een reclamefilm liet maken, hij organiseerde ballonvluchten boven Parijs waarbij de luchtvaarders een glas champagne konden drinken, hij liet binnen korte tijd die 18 km caves maken en wist tenslotte met zijn gigantische vat de aandacht van de wereld op zijn merk te vestigen.
Ik heb zijn Brut geproefd en zijn Demi-Sec. Het zijn goede wijnen, maar dat verbaast natuurlijk niet. De Brut is de bestseller van het huis. Hij ruikt naar aardbeitjes en cassis, heeft een fijne mousse (drie jaar gerijpt) en een lange afdronk. De Demi-Sec is een ronde wijn, complex, met aroma’s van rozijnen en abrikozen. Hij is wat kruidig in de mond met honing en fruit. Heerlijk bij een niet te zoet nagerecht.
vrijdag 7 mei 2010
Vine, Amsterdam
Na alle feestelijkheden en commotie die zich in onze hoofdstad de afgelopen tijd hebben afgespeeld zijn wij, op een rustige donderdag, daar weer eens op bezoek geweest.
We bezochten bij toeval het museum Het Schip waar je de architectuur van de Amsterdams School letterlijk van binnen en van buiten leert kennen. Na een geanimeerde rondleiding werd het tijd om eens uit te rusten en aan de inwendige mens te denken. Wijnbar Vine bleek op loopafstand en zo kwam het dat ik daar ondanks de vele bezoekjes aan Amsterdam nu toch eindelijk eens terecht ben gekomen.
Dit etablissement is door het blad Perswijn tot wijnbar van het jaar 2010 uit geroepen. Hoewel ik de concurrentie niet bezocht heb, kan ik deze toekenning helemaal onderschrijven. De eerste indruk was gelijk goed. We werden vriendelijk ontvangen in een modern ingerichte zaak en konden op ons gemak eerst eens rondkijken. Er is veel te zien. Een lange wand is helemaal voorzien van flessen. Achterin liggen de flessen in de koeling en kon ik, nieuwsgierig als ik ben, etiketjes kijken. Tot mijn genoegen ontdekte ik een fles van De Kleine Schorre, van Schouwen Druivenland. Een wijnboer die wij vorig najaar bezochten en waar ik een lekkere Auxerrois van gedronken heb. Maar, toen we eenmaal een plekje hadden uitgezocht en een prachtige wijnkaart in handen hadden, ontbrak ook de Petrus niet. Kortom, een zeer uitgebreide kaart die voor ieder wat wils biedt.
Hoewel de kaart het niet vermeldt is het mogelijk een flight (een aantal proefglazen) te nemen voor wie dat wil. Een heerlijk glas wijn kan lang en veel genoegen verschaffen maar ik koos voor het vergelijkend drinken, een flight dus. De sommelier deed een leuk voorstel wat mij echter niet direct in opperste staat van verrukking bracht. Geen nood, het kon ook anders. Ik kreeg drie ruime glazen met interessante wijnen en goede informatie daarbij. Onderweg hadden we al iets gegeten zodat ik niets uit de keuken bestelde, maar wat ik voorbij zag komen leek me zeer de moeite waard.
Bij het afrekenen was er nog alle tijd voor een praatje over hun wijnbewaar/serveersysteem dat op stikstof gebaseerd is.
Toen ik voldaan weer buiten stond bedacht ik dat ik nooit een stamkroeg gehad heb, maar dat dit de mijne zou kunnen zijn!
dinsdag 27 april 2010
Munsterkaas met Gewurztraminer
We werden hier niet echt enthousiast van maar we hadden ons doel bereikt.
Wandelend naderden we het eind van de grote winkelstraat, op zoek naar iets wat met kaas te maken had. Maar helaas, er was geen museum, geen kaasmakerij, niets, er was niet één indicatie dat we in de beroemde kaasstad waren.Aan het eind van de straat gingen we een winkel in waar kaas en wijn te koop was om te vragen waar we wat meer over de Munsterkaas te weten konden komen. ‘Hoog in de bergen’ zei de eigenaar vriendelijk. Hier in de stad was niets te vinden. Maar, hij kon ons wel een heerlijk kaasje verkopen. Desgewenst kon hij het zelf vacuüm voor ons verpakken! En ach, ik argeloze, ik zei ja.
Mijn kaas! Ik schoot overeind en kleedde me aan. Buitengekomen besefte ik dat mijn kaasjes in de gevarenzone gekomen waren. Een aantal Franse kinderen was druk bezig met stenen gooien en spetteren. Vrolijkheid alom. Ik moest mijn haast bedwingen maar liep niettemin met gezwinde pas op hun af. Toen ze mij aan zagen komen werden ze stil. Ik stroopte mijn mouwen op terwijl ik door tien Franse oogjes verbouwereerd werd gade geslagen. Dit was mijn moment. Ik duwde wat keien opzij en bracht zegevierend mijn kaasjes boven water.
‘Ohh... ahh…’ klonk het om me heen.
We deinsden achteruit. Er kwam een lucht van mijn kaasjes af die weerzinwekkend was. Alsof er een verschraald aquarium met rottende vis openging. Zuur en bedorven kroop er een vette walm omhoog naar het plafond om vandaar weer vettig plakkend tegen de keukenkastjes naar beneden te zakken. Het was walgelijk, een penetrante lucht die op je longen sloeg, rottende dampen kwamen uit mijn zakje. Mijn ogen vulde zich met tranen terwijl ik de keuken uitrende, naar buiten! Toen we na een kwartier de eerste ademhalingsproblemen weer te boven waren gekomen moest ik weer terug naar de keuken zodat niet het hele huis doortrokken zou worden van deze onaardse mestgeur.
Nog dagen later maakte Goeree een verlaten indruk. Geen hond of kat liet zich op straat meer zien…
Oh ja, en mocht je deze kaas toch nog eens willen uit proberen met een Gewurztraminer, leg er dan wat kümmel naast. Een heerlijke combinatie.
vrijdag 16 april 2010
Grootse wijnen, kleine importeurs
Ik ben daar, in goed gezelschap, heen gegaan omdat een wijnliefhebber volgens mij twee dingen moet doen: veel ervan proeven en veel erover lezen.
Om bij al het lekkers te komen moest je de lift nemen tot de zevende etage. Het is misschien een inkopper, maar de zevende hemel was die dag voor mij op gelijke hoogte. Op de bovenste verdieping was een ruime zaal gevuld met tafels en heel veel flessen erop en hier en daar wat hapjes. Een uur na opening werd het al druk bezocht. Ik keek uit over het frisse Rotterdam waar de marathon bezig was. Ik had natuurlijk daar boven mijn eigen ‘drink-marathon’ kunnen beginnen, maar daar is mijn gestel niet tegen bestand. Daarom had ik vooraf besloten om mijn aandacht te richten op witte wijnen en in het bijzonder op Riesling. Je kunt wel vooraan beginnen en je vriendelijk laten inschenken, maar dan is de kans groot dat je proefvermogen gesloopt wordt omdat je veel te veel proeft, alles door elkaar heen drinkt en je niet meer redelijk kunt vergelijken. In een museum loop ik ook vaak gericht naar enkele stukken die ik wil bekijken en zo ook hier. Natuurlijk ben ik gevoelig voor de sfeer en al het andere dat er te beleven is.
Bij een tafel met wijn uit Georgië bleef ik even staan. Ik vroeg een wat oudere man in een donkerblauw kostuum wat hij de meest opvallende wijn vond in zijn aanbod en waarom. Hij keek me verbluft aan en vertelde me desgewenst dat hij rode, witte en roséwijn had,- van verschillende huizen. Ik proefde wat en dronk goede wijn, niets meer en niets minder. Misschien verwachtte ik meer persoonlijkheid van een wijn uit zo’n streek, maar in Georgië willen ze ook graag hun wijn verkopen en dan maak je waarschijnlijk geen spannende wijn met een eigen gezicht maar gewoon bekende, goede wijn.
Ik liep langs een tafel met mooie Bourgognes. Er stond niemand dus bleef ik even staan en werd vriendelijk toegeknikt.
‘Mooie collectie heeft u’.
‘Ja’ kreeg ik terug met een glimlach. Na nog enige opmerkingen van mijn kant die vriendelijk bevestigd werden liepen we weer verder, de tafel weer in volstrekte eenzaamheid achterlatende.
Een paar tafels verder keek ik in het beweeglijke gezicht van een veertiger. De superlatieven stroomden uit zijn mond terwijl hij mij rap het ene na het andere glas inschonk. Tempo, tempo! Al pratende pakte hij ongevraagd het glas uit mijn hand, walste de wijn met ziedende vaart tot de rand en gaf het met een knikje weer terug,- drinken.
Ik wilde even bij de tafel Topbourgognes kijken. Het bleek niet mogelijk, linksom niet, rechtsom niet. De tafel was en bleef hermetisch afgesloten. Misschien was het mijn ergernis maar ik zág die mannen denken, wij hebben iets grotere auto’s, wij dragen iets duurdere kleding, wij drinken iets betere wijn. En ik dacht, bovendien hebben jullie iets dikkere buiken. Gelukkig bleek er een vroegere studiegenoot van mij in het gezelschap te staan waardoor de rijen zich openden. Ik proefde een Sancerre met een afdronk die duurde tot de begane grond en was alle ergernis weer vergeten.
De absolute winnaar was voor mij een Riesling van het huis van Volxem, uit de Saar. Een mooi strogele kleur met een heerlijke geur van bloemen, citrus en wit fruit, appeltjes. Mooie zuren en heel veel mineraliteit in de mond met een licht zoetje. Echt een super-Riesling. De fles kost dacht ik 28 euro en de wijn en het domein hadden buitengewoon veel waardering in de internationale pers gekregen, zo vertelde de standhouder mij trots. Alleen al deze wijn te kunnen proeven was de hele onderneming waard.
Verder kreeg ik nog een vatmonster 2009 Riesling te proeven van Dr. Loosen. Een unicum voor mij. Wij hopen dit jaar naar de Moezel te gaan en dan wil ik beslist even langs Dr. Loosen! Behalve dat nog een Riesling Auslese en een Kabinett van dit huis. Werkelijk prachtige wijnen.
Op de terugweg naar de lift kocht ik nog een stukje romig zachte blauwschimmelkaas van geitenmelk. Ik heb hem nog nooit zo lekker gegeten. Het is dat ik er 123 km voor moet rijden om in Beverwijk te komen, anders was ik er al lang gaan kijken! Bourgondisch Lifestyle. Had ik maar zo’n zaak in de buurt.
donderdag 8 april 2010
Elzas menu
We kregen gasten te eten en ik speelde zo in de dagen vooraf met wat ideetjes. Totdat ik ineens een mooi stuk Munsterkaas zag liggen en mijn gedachten onwillekeurig naar een heerlijk glas Gewurztraminer uitgingen. Deze wijn uit de Elzas vormt een perfecte combinatie met deze kaas. Ik besloot ter plekke om een Elzas-menu te maken dat ik baseerde op ons laatste bezoek.
Ik heb nog enkele flessen Muscat liggen die ik koester als goud omdat ik die hier in Nederland niet zo snel kan kopen. Ik hou van deze ongecompliceerde wijn die ruikt naar waar hij van gemaakt is: druiven. In de Elzas drink ik hem dagelijks wat niet zo’n probleem vormt omdat het daar hét aperitief is. Zoals je op de foto kunt zien heb ik mijn flesje van Bruno Sorg uit Eguisheim. Een mens moet ergens beginnen dus toen ik een goede aanbeveling van deze producent door Hubrecht Duijkers las, besloot ik hier eens op bezoek te gaan. Dat bleek een uitstekend idee. Op een zonnige middag belandden wij in Eguisheim, een verrassend leuk plaatsje dat volop mogelijkheden bood om te wandelen, te eten en wat wijn te proeven.
Na enig gezoek vonden we een rustig straatje met een rustiek huis met daarop het uithangbord ‘Bruno Sorg’. We liepen de binnenplaats op en zagen een deur open staan, en alweer een uithangbord 'dégustation'. We stapten naar binnen en kwamen in een kleine maar aangename ruimte terecht. Tegenover de ingang was een kleine bar geplaatst en aangrenzend stond een grote eettafel waar, zoals mij later bleek, M. Sorg met wat gasten een amicaal gesprek voerde. Mensen die mij goed kennen valt het dan op dat ik zachtjes ga stralen. Zo ook deze keer. Zoveel vriendelijkheid, gastvrijheid en goede wijn liet mij niet onberoerd. We bleven er een uurtje binnen en gingen met een aantal prachtige flessen Gewurztraminer en Muscat weer naar buiten. Behalve deze buit ook nog een warm gevoel van binnen (niet van de wijn!) en een dierbare herinnering.
De Muscat Pfersigberg is gemaakt van 80% Muscat à petit grains en 20% Muscat Ottonel. Hij smaakte krachtig maar elegant, vederlicht. Droog en fruitig, kortom, een van de beste die ik gedronken heb.
De fles Riesling had ik van iemand gekregen die weet heeft van mijn speciale band met deze druif die zulke mooie ‘speelse’ zuren kan geven.
Ik had ook nog Gewurztraminer van Bruno Sorg liggen die de kaas zou begeleiden.
Tenslotte zou ik mijn flesje Eau de Vie, Marc d’Alsace Gewurztraminer, weer eens opentrekken om een citroensorbet mee te besproeien.
Wat een vooruitzicht. Het menu bestond uit de volgende gangen:
Coctail van Stellendamse garnalen. Ik weet het, het is wat ver gezocht. Maar als je met zijn tweeën boodschappen gaat doen voor zo’n diner dan kun je nog zulke mooie plannen hebben, soms delf je gewoon het onderspit. Ik kwam er niet onder uit. Het recept volgt vanwege het onovertroffen Stellendamse garnaaltje en het o zo eenvoudige maar lekkere sausje wat er bij gaat.
Soep van doperwten met munt. Je kunt hem warm serveren of koud. Het is niet een echte Elzas-klassieker maar wel een Frans soepje. Ik koos ervoor hem warm te serveren vanwege de afwisseling tussen warm en koud in mijn menu. Bovendien heb ik het recept wat ‘opgepimt’ met een coquille en wat truffelolie. Het recept komt nog want ik ga dit beslist vaker maken.
Vervolgens serveerde ik een Crème Brulée van broccoli wat je hier kunt vinden in de versie met groene asperges.
Het hoofdgerecht bestond uit Kip in Riesling met spätzle wat ik al eerder gemaakt heb waarvan je hier het recept kunt vinden.
De Munsterkaas volgde met de Gewurztraminer. Een recept kun je het niet noemen maar ik zal er toch nog wat over schrijven omdat een specifiek kruid het er zo goed bij doet. Bovendien heb ik een bizar avontuur beleefd toen we naar Munster gingen om een stukje kaas te kopen.
We eindigden, sommigen zingend, anderen onderuitgezakt slapend, met een citroensorbet met Eau de Vie, Marc d’Alsace Gewurztraminer. Ik weet nog precies waar ik dit voor het eerst at in de Elzas. Het recept met wat couleur locale volgt nog.
Tot slot heb ik nog wat espresso’s gemaakt en een latte macchiato, waarvan acte.
zondag 13 december 2009
Mr Parker heeft smaak
Zijn stem is zo krachtig in de internationale wijnwereld dat men wijnmakers er wel eens van verdenkt wijnen te maken die zich richten naar de smaak van Parker. Nou schijnt meneer Parker een voorkeur te hebben voor krachtige en stevige wijnen. De wat frissere en toegankelijkere wijnen worden door hem niet zo positief beoordeeld. Geloof het of niet, dit heeft geleid tot een vervlakking en eenzijdigheid van veel wijnen, met name in de Bordeaux.
Als ik tijd heb bezoek ik graag een wijnproeverij. Twee weken geleden had ik op zo’n gelegenheid een leuk gesprek met de sommelier die drie jaar onder Cees Helder in Parkheuvel had gewerkt. De wijnen waren niet bijzonder, de witte waren niet gekoeld, maar het gesprek en het samen proeven maakten van deze proeverij toch een leuke belevenis.
Dat het stukken beter kan ervaarde ik gisteren. WD Nederland organiseerde weer een proeverij en die was net als de vorige, zeer de moeite waard. De ontvangst was hartelijk, de begeleiding prima en de 16 gekozen wijnen boeiend. De proeverij begon met 3 Champagnes. Het eerste glas bestond uit een blend van bijna gelijke delen Chardonnay en Pinot Meunier en 5 % Pinot Noir. Het twee glas was een Blanc des Blanc, gemaakt van alleen maar de Chardonnay druif. Het laatste glas was een Blanc des Noirs, gemaakt van 100% Pinot Meunier. Drie prachtige glazen en allemaal van het huis Michel Lenique.
Ik ga niet de hele proeverij hier beschrijven maar één wijn wil ik toch nog noemen. Peter Lehmann die zijn wijn maakt in de Barossa Valley in Australia was vertegenwoordigd met een wijn gemaakt van Chardonnay, Gewurztraminer, Muscat, Pinot Gris en Semillon. Layers White geeft hij deze wijn als naam mee. Als ik deze wijn gemaakt zou hebben had ik hem waarschijnlijk Restjeswijn genoemd! Het zou waarschijnlijk niet verkopen maar dat geeft niet. Ik maak toch geen wijn, ik ben beter in het drinken van wijn. Ieder moet doen waar hij goed in is. Ik moet zeggen dat dit glas mij uitstekend beviel. De aanvankelijke scepsis was snel overwonnen. Ik wilde wat van deze wijn mee naar huis nemen om later de kennismaking nog eens te vernieuwen en natuurlijk ook om opnieuw hiervan te genieten. Ik heb het niet gedaan, ik heb een andere fles gekocht.
Het was een 100-punten-Parker-wijn. WD Nederland had slechts een flesje of 12 weten te bemachtigen en verkocht die alleen aan vaste klanten. Nou heb ik een los-vaste relatie met WD Nederland dus ik was zeer gelukkig dat ik toch deze fles mee naar huis mocht nemen. Voordat ik deze wijn proefde had ik een Sauternes in de mond gehad van Chateau Dudon. Een mooie wijn, zeker, eentje die indruk achterliet maar toen ik een glas met Boekenhoutskloof in handen had was de herinnering snel verdwenen. Wat een heerlijke neus. De aanzet was overrompelend, de afdronk eindeloos. Ik was ooit bevriend met een beeldend kunstenaar die vond dat grote kunst direct opvalt, alsof er een spotje op staat. Ik moest er aan denken, omdat ik bij dit glas de zon voelde. Die verwarmende, kleurbrengende, koesterende en levensvreugde brengende zon. Wat een wijn. Ik bewaar hem voor een speciale gelegenheid met mensen die hem op waarde weten te schatten en serveer hem dan aan het einde van de maaltijd. Geen dessert zal hem begeleiden. De wijn zal de kroon op het diner zijn.
zaterdag 26 september 2009
Vin de Paille
‘Vin de Paille wordt inmiddels erg zeldzaam. Het maximale oogstrendement is slecht 20 hectoliter per hectare.’ Zo besluit Peter Klosse in zijn boek Aan de slag met wijn zijn artikel over deze wijn.
Tsja, wie zich mijn laatste artikel herinnert weet dat ik mijn fles in de Auchan in Frankrijk kocht en dat het de laatste fles van de voorraad was. Dat geeft te denken, niet…?
Ik wilde hem graag hebben ook al was het maar een klein flesje en kostte het 20 euro. Ik heb wel wat met liquoreuze wijnen. Al mag ik er dan wel graag iets bij eten.
Wat is nu zo bijzonder aan deze wijn?
De wijn wordt gemaakt in de Jura. Met laat de druiven zolang mogelijk hangen zodat ze zoveel mogelijk suiker kunnen ontwikkelen. Na de oogst worden ze op stromatten gelegd zodat ze kunnen indrogen. Men laat ze zo rustig drie maanden aan hun lot over waardoor het rozijntjes worden. Ergens in februari, als de feestdagen allemaal weer achter de rug zijn en men weer zin krijgt eens wat met wijn te doen, komen ze daar in de Jura weer in actie. Ze persen de rozijnen zodat ze een hele zoete most (zeg maar druivensap) krijgen. Eenmaal goed op dreef maken ze van deze most een wijn met een alcoholpercentage tussen de 14 en 16 procent. Ze stoppen de wijn dan in een fust en vergeten vervolgens glad dat ze een mooi voorraadje opgebouwd hebben. Daar gaat gauw een paar jaar overheen.
Op een mooie dag vinden twee wijnboeren in de kelder een groot vat. Eéntje met een dikke buik en een grote zwarte baret op, klopt eens tegen de eiken voorkant en kijkt vragend naar de ander. Die trekt zijn wenkbrauwen op en mompelt vanonder zijn snor ‘Ah, bon... Hmm… jnsaispâ…’ Zo turen ze dan enkele ogenblikken in elkaars waterige ogen en als ze er dan van overtuigd raken dat de ander hier echt niets van weet besluiten ze een glaasje te tappen. De dikke haalt een bonte zakdoek uit zijn zak en begint een klein bekertje te poetsen. Nijdig mept de ander naar die zakdoek en postuleert zich breeduit voor het fust. Hij pakt zijn tastevin (een wijnproefschaaltje), een erfstuk van zijn opa, spuugt er eens in en wrijft hem schoon met zijn hemd. Dan laat hij er wat van het goudgele vocht in lopen. Hij ruikt, en in doodse stilte neemt hij een slokje. De dikke kijkt ademloos toe en schuift zijn baret naar achter.
‘Et alors…?’
De ander laat zich met gesloten ogen op de grond zakken. Hij zegt niets meer, in zijn snor glinsteren nog wat kleine druppeltjes wijn.
Ze zijn ‘s middags niet aan de keukentafel geweest om te eten. Ook bij het diner, wat ze toch nooit overslaan, heeft niemand ze gezien. Laat in de avond, zijn ze gearmd als gezworen cameraden heel voorzichtig de trap opgeklommen, hebben hun hele familie gekust en zijn met zijn allen weer aan tafel gegaan om een stuk boerenpaté met brood te eten.
Weet je wat ze geroken hebben, geproefd hebben? Aroma’s van gekonfijt fruit, gedroogde zuidvruchten, kaneel en honing. Gekonfijte sinaasappel, pruimen en vast en zeker zat er ook nog een rokerige nootachtige toon in.