woensdag 30 juli 2008

Tahoe taotjo


Voorlopig even de laatste in een reeks van Indonesische gerechten. Je zou warempel denken dat ik uit Indonesië kom of dat deze keuken een specialiteit van mij is. Niet waar, het is gewoon heerlijk eten. Ik ga in de toekomst nog wel meer van deze reeksen maken. Het lijkt me leuk om een aantal recepten hier te plaatsen die ik gebruik als mensen thee komen eten. (De Engelsen hebben deze uitdrukking verzonnen hoor, hij komt niet op mijn conto). En Chinees eten, ik bedoel de echte Chinese keuken en niet zozeer de gerechten die je bij de plaatselijke chinees bestelt. Het is een heerlijke keuken en heel goed zelf te maken. Ideeën genoeg voor jaren. Voor verzoekjes houd ik me aanbevolen!
Dit gerecht is met tahoe gemaakt. Je kunt het trouwens ook kopen onder de naam tofu. Taotjo saus is in elke toko te koop en bestaat uit Chinese boontjes in saus. Als ik de saus gebruik maak ik altijd de boontjes fijn met een vork. Het geheel wordt dan wat smeuïger. Petehbonen worden ook wel stinkbonen genoemd. Laat je niet weerhouden. In dit gerecht met de zachte tahoe geven de petehbonen een klein beetje beet. Van de lucht heb je echt geen last, integendeel, het gerecht ruikt heerlijk en dat komt voornamelijk door de taotjo.

Ingrediënten

1 blok tahoe
1 ui
2 tenen knoflook
2 eetlepels taotjo saus
2 eetlepels ketjap manis
Petehbonen
1 theelepel trassi
1 theelepels sambal oelek
2 theelepels gemberpoeder
150 gram garnalen

Bereidingswijze

Het blok tahoe in dobbelstenen snijden en bruin bakken in olie. Vervolgens de ui en de knoflook bakken en de andere ingrediënten toevoegen, voorzichtig de tahoe door de saus scheppen en als laatste de garnalen toevoegen. Eventueel kun je de saus met wat visbouillon natter maken of anders kun je wat water nemen.

dinsdag 29 juli 2008

De vuurtoren van Ouddorp


Soms heb je gewoon geluk. We gingen een stukje fietsen en ik besloot op het laatst toch maar mijn fototoestel mee te nemen. We kwamen in de slikken van Melissant terecht. Vandaar uit kun je de vuurtoren van Ouddorp zien. Het was een prachtige avond met een fantastische zonsondergang. Stilte, vogels die over de Grevelingen zweefden, geklots van water en een zomeravondgevoel waar ik de rest van het jaar op kan teren.
Ik heb de mooiste foto op mijn blog gezet. Ik hoop dat je ervan geniet.

maandag 28 juli 2008

Javaanse pudding: kokospudding met bruine suikersaus


Hoewel de Indonesische keuken geen gangen kent zoals onze Europese, is het soms best lekker na een hete maaltijd om iets zoets te gebruiken. Dan is dit gerecht een uitkomst. De Indonesische recepten die ik hier geef zijn niet pedis, of scherp, zoals wij zeggen. Maar eet je eens een keer buiten de deur en je hebt een heel scherp gerecht op je bord dan is het beter om een suikerklontje of iets zoets in de mond te nemen om het brandje te blussen dan wat water te drinken. Water maakt het alleen maar erger! Gewoon even wachten, desnoods je tranen deppen of iets zoets nemen dus.
Als je rondkijkt op het internet zie je nog wel meer recepten van Javaanse pudding. Dit recept is anders omdat ik de suikersaus los bij de pudding serveer, dat ziet er mooier uit en is lekkerder, ik wat gedroogde kokos toevoeg, waardoor je meer contrast in de mond ervaart tussen zachte pudding en ‘kokos met beet’, ik de saus niet alleen apart serveer maar ook een heel klein beetje bind met Maizena, waardoor hij wat stroperiger wordt zonder dat hij zwaarder-zoet wordt en tenslotte ik de pudding toch iets zoet met witte basterdsuiker om de pudding die naar binnen gaat zonder al te veel suikersaus toch wat meer smaak te geven.
Voila, nu aan de slag.

Ingrediënten

4 dl water
160 gram santen
2 eetlepels witte basterdsuiker
40 gram Maizena
2 eieren
2 eetlepels gedroogde kokos
100 gram goela djawa
1 dl water
1theelepeltje Maizena

Bereiding

Splits de eieren.
Los de santen en de basterdsuiker op in het water en voeg de Maizena die in wat water is opgelost toe aan dit mengsel. Laat even doorkoken tot je een dikke pap hebt en voeg de kokos toe. Laat afkoelen.
Klop de eiwitten met wat zout of citroensap stijf en spatel dit voorzichtig door de pudding. Stort in een vorm of in vier ramequins en laat door en door koud worden.
De goela djawa los je op in de ½ dl water en bind je iets met de Maizena. Laat afkoelen en serveer met de pudding.

zaterdag 26 juli 2008

Ajam seraki pedis ofwel kip in hete saus

Geloof het of niet, op deze foto ligt onder deze heerlijke saus een mooi stukje kip!

Kip is een populair ingrediënt in de keuken. Ooit een luxe, nu gewoongoed. Natuurlijk, je kunt wel eens een Bresse-kip kopen als je iets feestelijks te vieren hebt of als je eens zin hebt om echt kip te proeven. Dan wordt kip weer een luxe ingrediënt want zo’n beestje kost echt een stuk meer dan het doorsnee kippetje bij de supermarkt. De populariteit van kip kun je, denk ik wel eens, ook aflezen aan het aantal dames (heren ben ik nog niet tegengekomen) die zich beroemen op hun hete kip. De heren knikken altijd instemmend mee. Wie is deze heer dan dat hij je ook nog eens een recept van hete kip wil voorschotelen?
Tsja, deze heer heeft al aardig wat Indonesische recepten op zijn kookblog staan en als je die lekker vindt dan mag deze heer zijn hete kip natuurlijk niet ontbreken. Hij is bovendien lekker. Niet zo gloeiend heet dat je een half uur langer over de maaltijd doet, maar pikant, kruidig en opgediend in een volle saus die je alleen al met wat rijst zou willen eten. Je zou willen blijven eten van die hete kip van deze heer.
Ik ontvel de kip voordat ik hem bereid. Ik ben daarin een beetje Indiaas, niet zo Indonesisch vrees ik. In de Indiase keuken ontvellen ze een kip ook. De smaak kan beter in het vlees trekken en bovendien vind ik een kippenvel alleen lekker als de kip gegrild is. Dan knappert het in de mond en is smaakvol. Het vel van een gestoofde kip bekoort mij niet, veel te slap naar mijn smaak.

Ingrediënten

4 kippenbouten
2 uien
4 teentjes knoflook
2 eetlepels sambal oelek
1 theelepel tamarinde
6 kemerinoten
1 theelepel laos
1 eetlepel goela djawa
½ liter kippenbouillon
2 salamblaadjes
Zout

Bereidingswijze

Maak de boemboe ofwel het kruidenmengsel door in de mengbeker ui, knoflook, sambal, kemiri en laos met wat olie te pureren.
Bak de kip in olie bruin. Neem uit de pan en bak de boemboe in de resterende olie en voeg de goela djawa toe. Voeg dan de kip, bouillon en de salambladeren toe. Laat zachtjes gaar stoven en vervolgens inkoken tot een dikke saus.
Je kunt natuurlijk ook een aantal kippenpootjes nemen in plaats van kippenbouten, of kipkarbonades. Net wat je zelf lekker vindt.

donderdag 24 juli 2008

Daging smoor, de donkere…


Dit is een Indonesisch stoofgerecht van rundvlees dat weer heel anders smaakt dan de rendang die ik hiervoor besproken heb. Het is zoeter en kruidig. Ik neem het meestal als ik ergens uit eten ga en zelf mag uitkiezen hoe mijn nasi-rames eruit ziet.
Er gaan heel wat ingrediënten in zoals je ziet, de smaak is dan ook niet ‘plat’ maar rijk met een zoete boventoon. Ik gebruik daar Javaanse suiker voor, goela djawa, en dat smaakt net wat authentieker dan bruine basterdsuiker. Veel recepten worden bewerkt. Ik doe dat zelf ook, maar de smaak staat dan voorop. Recepten worden ook bewerkt omdat bepaalde ingrediënten niet makkelijk te verkrijgen zijn. Met Indonesische recepten wordt dan vaak tamarinde vervangen door citroensap, rawits en pepers worden vervangen door een schepje sambal en goela djawa door bruine suiker. Het komt de smaak dan niet ten goede, maar er zijn waarschijnlijk wel meer mensen die je recepten maken. Ik vraag je dan ook om maar een keertje naar de toko te gaan en voor een paar euro (meer is het in dit geval niet) de echte, authentieke ingrediënten te kopen. Al die moeite van het boodschappen doen, koken en presenteren is het dat wel waard lijkt me. Bovendien moet je het nog opeten ook!
Ik wil nog een geheim met je delen. Het geheim van ‘de donkere’. Het betreft hier een ingrediënt dat puur Nederlands is en volgens mij amper nog gebruikt wordt na de komst van Nederlands grootste vriend, de Senseo. Alleen oudere mensen kennen het nog. Het is nog wel gewoon te koop in de supermarkt. Zal ik het dan nu maar zeggen… Buisman! Een heel klein lepeltje Buisman in je stoofpot en je krijgt een heel bijzondere noot in je aroma. Wees voorzichtig, een heel klein beetje, want de smaak overheerst zo. Ik gebruik het niet. Ooit heb ik in België bij een ambachtelijke slager een Belgisch stoofpotje meegenomen. Het zag er zo mooi uit, mooie brokken vlees in een donkere saus, het water liep me in de mond. De saus bleek echter op aangelengde koffiedrap te lijken. Nee, voor mij geen Buisman in een stoofpot.

Ingrediënten

Slaolie
500 gram stoofvlees
1 grote gesnipperde ui
3 tenen knoflook
0,5 dl ketjap manis
4 eetlepels Gula Djawa
Ruim nootmuskaat
1 ½ dl water
4,5 kemirinoten uit vijzel
1,5 thl ketoembar
1 thl djinten
1,5 thl 5 spices
1,5 thl kaneel
1 thl tamarinde

Bereidingswijze

Laat in een stoofpan wat olie heet worden en schroei het vlees dicht. Haal het uit de pan en fruit dan de knoflook en ui aan. De andere ingrediënten gaan er vervolgens bij waarbij ik moet vertellen dat ik de kemirinoten eerst in de vijzel fijn gestampt heb. Tenslotte moet je nog wat water toevoegen en gaat het deksel erop. Stoven, lekker lang stoven. Als het vlees helemaal doordrongen is van de smaakbestanddelen en het zacht en mals is geworden laat je het gerecht inkoken tot semi-droog. Alleen de geur al…

dinsdag 22 juli 2008

Sambal goreng boontjes


Mijn trouwe lezers snappen het al, mijn paarse boontjes moesten op. Ik kan je verzekeren, ze zijn goed terecht gekomen. Vandaag heb ik een paar uurtjes in de keuken doorgebracht. Ik heb de boontjes verwerkt tot sambal goreng boontjes, ik heb tahoe taotjo gemaakt, daging smoor en natuurlijk tempé. Eigenlijk wilde ik ook nog wat eieren in saus maken maar de rek was er op het laatst wat uit. Bovendien stonden er aardig wat gevulde schalen te dampen dus de noodzaak om door te koken werd minder en minder. Het mooie van dit verhaal is dat ik morgen niet hoef te koken, (alleen wat rijst in de rijstkoker doen met wat water en wachten maar!) en dat het nog lekkerder smaakt ook.
Hoe heb ik de sambal goreng boontjes gemaakt? Vrij simpel en snel. Het is lekkerder dan een kant-en-klare boemboe (kruidenmengsel) uit de supermarkt. Als je gewend bent aan het adagium ‘een beetje van Conimex en een beetje van mij’ moet je dit recept maar eens proberen.

Ingrediënten
500 gram sperziebonen
1 ui
2 knoflooktenen
2 theelepels fijngehakte gember
1 eetlepel tamarinde
1 theelepel laos
½ theelepel sereh
2 eetlepel ketjap manis
1 theelepel trassi
1 theelepel sambal
40 gram santen
water

Bereidingswijze

Kook eerst de boontjes gaar in wat water en giet ze af.
Bak dan de ui, gember en knoflook eventjes in wat olie. Voeg daarna de andere ingrediënten toe plus de boontjes. Laat nog zachtjes koken tot gewenste dikte van de saus is bereikt. Hij mag niet droog worden maar hoeft van mij ook niet te drijven. Proef zo af en toe eens. Hoe meer een saus inkookt des te geconcentreerder de smaak wordt. Als je zin hebt kun je natuurlijk ook wat stukjes wortel erbij doen. Het geeft een mooie kleur en is wat gevarieerder qua smaak.

zondag 20 juli 2008

Aardbeienboltaart

Zondagmiddag. Vrienden die langs komen om even bij te praten. Dat zijn kostbare momenten want juist het leven van alledag vind ik vaak meer bepalend voor mijn geluksgevoel dan een voorbij komend hoogtepunt. Tijd voor elkaar nemen dus en delen, verwennen. Je zou misschien verwachten dat ik zelf de handen uit de mouwen steek en met een mooi stuk patisserie voor de dag kom. Niet dus, althans wat dat eerste betreft. Geen tijd gehad. Flauw hé, goede vrienden toch? Verwennen toch? Ik hoor het je al denken. Jazeker, dat is ook allemaal waar. Maar ik wil in verband hiermee eerst een ander onderwerp aansnijden voordat ik de taart met jullie aansnijd, namelijk mentaliteit. We houden ons altijd voor dat ‘zelfgemaakt’ beter is dan ‘gekocht’. Vaak is dat ook zo, tenminste, als je wat tijd neemt en als je ervaring en behendigheid in de keuken hebt opgedaan. Maar het is niet vanzelfsprekend. Als ik in Parijs ben kijk ik altijd met bewondering naar de creaties van de patissiers die zij in hun etalage hebben staan. Kunstwerken van vakmensen waarin je de liefde en de jarenlange ervaring kunt terugvinden die ze hebben opgedaan. Kunnen wij daar aan tippen? Zouden wij een beetje in de buurt kunnen komen? De Fransen beantwoorden dit denk ik met een hartgrondig ‘Non’! Zij hebben een oprechte bewondering voor deze vakmensen en schamen zich in het geheel niet om hun producten binnen een goed menu op tafel te zetten. Ik denk dat ze gelijk hebben, mits het maar kwaliteit heeft.
Met deze gedachte in het hoofd besloot ik om eens een taart bij de Bijenkorf te kopen. Ze hebben een gevarieerd aanbod dat er goed uitziet. We besloten tot een aardbeienboltaart omdat er een fervente aardbeienliefhebber aan tafel zou zitten. De taart werd keurig verpakt in een grote zwarte doos die op zijn beurt verdween in een ruime plastic tas. Deze combinatie werd door mij behoedzaam door Amsterdam geloodst wat overigens niet kon voorkomen dat de decoratie losraakte. Geen punt, die was thuis zo weer op zijn plaats geplakt.
Hoe was de taart? We vonden hem een beetje te zoet. Hij smaakte goed naar aardbei en de mousse was niet te zacht en niet te stevig. De biscuitbodem was beslist niet zacht geworden en de taart zag er bovendien mooi uit. Hij kostte € 14,- Op een klein minpuntje na scoorde onze bol dus best goed. Hoewel de presentatie goed is en hij goed gemaakt is zal ik hem niet snel nog eens kopen. Hij heeft naar mijn gevoel ‘te weinig om het lijf’. Zo’n taartje maak ik ook wel. En dat taartje heeft dan weer als meerwaarde dat ik hem zelf gemaakt heb, voor vrienden. Dat is ook wat waard.

vrijdag 18 juli 2008

Een zomers gerecht van gegrilde courgettes met munt

De zomer is ver weg deze dagen. Niet getreurd, met dit groentegerecht waan je je in mediterrane oorden waar de lucht kruidig naar lavendel ruikt en de zon stralend aan de blauwe hemel staat. Het is niet ingewikkeld, smaakt uitstekend en is licht verteerbaar. Neem een goede olijfolie voor dit recept en ga aan de slag.

Snij één grote of twee kleine courgettes in de lengte in plakken van 1centimeter. Bestrijk ze met olijfolie en gril op een ziedend hete plaat. Als er mooie grilrandjes te zien zijn leg je ze op een schaal en giet er de marinade over.
Die maak je zo: neem 1 uitgeperste teen knoflook, ongeveer 150 ml. olijfolie, 3 eetlepels Balsamico azijn en 15 gram verse munt. Pureer dit met behulp van de keukenmachine en giet dit over de courgettes. Laat dit rustig een uur of twee marineren en serveer met wat zeezout en gemalen peper erover.
Nu ik het weer gegeten heb lijkt me een handje gebruinde pijnboompitten erbij ook de moeite waard.
Misschien zie je het er zo niet aan af maar probeer het maar, het is echt heel lekker!

donderdag 17 juli 2008

Paarse bonen van ’t hof


Bloemkool is wit, tomaten zij rood en bonen zijn toch groen? Nee dus. De wereld is niet zo overzichtelijk als ik me in mijn onschuld wel eens voorhoud. Gisteren werd ik verrast op een maaltje verse paarse bonen. Ik kan me toch steeds weer verbazen over nieuwe dingen op culinair gebied. Paarse bonen, en wat voor een paars! Ik zag in gedachten een groene salade voor me met de paarse bonen er losjes op gedrapeerd, hier en daar een rood kerstomaatje, en een dot crème frâiche in het midden. Het leek me een plaatje, maar voordat mijn fantasie op volle stoom kon komen werd ik weer met beide benen op de grond gezet. Als je ze kookt worden ze groen…
Weg salade.
Toch heeft dat ook zo zijn voordelen. Heb je al enig idee? Als je ze blancheert is dat natuurlijk perfect. Je ziet precies wanneer ze uit het water kunnen. Maar dat gaan mijn boontjes niet beleven. Daar liggen grotere dingen in het verschiet. Misschien serveer ik ze wel met spek er omheen gewikkeld, of gewoon gekookt en dan de pure smaak beleven met een vleugje nootmuskaat. Ze schijnen namelijk een uitstekende smaak te hebben en meer aroma dan hun groene broeders.
Ik kan ze natuurlijk ook in een glazen pot doen. Dan heb ik deze zomer een prachtige decoratie in de keuken. Nee hè, dat zou zonde zijn. Ze moeten eraan geloven, ik eet ze op!

woensdag 16 juli 2008

Kruudplaetjes!

Gisteren kreeg ik iets geheimzinnigs in mijn handen gestopt. Het was verpakt in aluminiumfolie, woog zowat niets en mat 7 bij 7 centimeter. Ra ra ra…
Ik wilde ruiken. Ik had nog niets gezien en dan is ruiken nog spannender. Nee, als ik wilde ruiken dan moest ik mijn neus eerst maar eens hier in steken. Er kwam een plat doosje tevoorschijn dat met een warm gekleurde stof bekleed was. Het zag er Indiaas uit. Ik sloot mijn ogen en snoof diep in het mysterieuze doosje. ‘Paasbrood’ kwam als eerste bij me op. Het was de saffraan die het hem deed. In het doosje hing nog de reminiscentie van warmte, pistache, honing en saffraan. Een moment waande ik me in een gedicht van Baudelaire. Betoverend. Er bleek een koek in gezeten te hebben die inderdaad in India door iemand gemaakt was, en waar alle dure ingrediënten in verwerkt waren die voorhanden zijn. ‘Rommelkoek’ dacht ik wat oneerbiedig. De ongetwijfeld veel poëtischere naam die dit gebak draagt kon de gulle gever zich niet meer herinneren dus het blijft voorlopig, bij gebrek aan beter, rommelkoek. Het smaakte overigens heerlijk, perfect gebakken.
In alle bescheidenheid, wij op Flakkee kunnen er ook wat van. Zonder op te scheppen kan ik gerust stellen dat onze Kruudplaetjes op Flakkee wereldberoemd zijn. In deze lekkernijen wordt rommelkruid verwerkt. Ik heb het recept van een echte Flakkeese gekregen en je kunt het bakken zonder oven. Een betere aanbeveling kan ik je niet geven.

Ingrediënten
500 gram witte bloem
250 gram boter of margarine
250 gram lichtbruine basterdsuiker
1 ei
1 eetlepel stroop
1 theelepel kaneel
Mespunt zout
3 pakjes vanillesuiker
2 theelepels rommelkruid

Bereiding
Doe de ingrediënten in een kom en maak er een soepel deeg van. Maak van het deeg twee rollen van 4 a 5 centimeter doorsnede en snijd daar plakjes van ongeveer 1 centimeter dik van. Bak deze om en om in circa 4 minuten per kant, op heel laag vuur in een koekenpan zonder boter.
Wil je een wat kleinere hoeveelheid maken neem dan een vijfde van de ingrediënten en neem in plaats van een ei 2 theepels water. Je kunt dan ongeveer tien koekjes bakken.

Nawoord
Rommelkruid kun je hier krijgen ‘Op den Diek’ in Menheerse, maar of je het buiten Flakkee ook kunt kopen weet ik niet. Nou zijn Kruudplaetjes en Goeree-Overflakkee het meer dan waard om eens de reis te ondernemen om rommelkruid te komen kopen. Mocht deze onderneming toch teveel in de papieren lopen dan kun je ook je eigen rommelkruid maken. Het was oorspronkelijk eigenlijk niets anders dan een mengelmoes van allerhande kruiden die overgebleven waren.

Of Kruudplaetjes in India ook gegeten worden is mij niet bekend maar ik kan ze daar overigens warm aanbevelen.

dinsdag 15 juli 2008

Rendang


Het is tijd om een van de koningsnummers van de nasi-rames met jullie te delen, rendang. Dit recept van rendang is in de loop van de tijd gegroeid naar een smaak zoals wij dat lekker vinden. Het vlees moet heerlijk zacht gestoofd worden in een milde kruidensaus (boemboe) maar toch een kleine ‘kick’ hebben van de rawits. Hoe het smaakt? Zalig, vinden wij, maar het laat zich niet beschrijven. Sterker nog, de term rendang zegt niet eens zoveel. Ga maar eens een paar keer Indonesisch uit eten en je zult allemaal verschillende rendangs proeven. Sla er maar eens een paar recepten op na, ze zijn allemaal verschillend. Dat is ook het leuke ervan vind ik, het avontuurlijke. Rendang proeven en kijken of je het lekker vindt, kijken of je er rendang in herkent. Het is net als met het woord vogel. Je weet wat het woord vogel inhoud, je herkent er een als je hem ziet, maar ga maar eens uitleggen dat zowel een papagaai als een winterkoninkje als een visarend vogels zijn. Nou zijn er gelukkig meer vogeltjes dan dat er rendangs zijn. Er zijn meer verschillende soorten Franse kaasjes en franse wijnen dan dat er rendangs zijn. Toch moet er nog minstens één rendang bij komen, de jouwe. Doe net als ik. Maak dit recept eens en proef… Bedenk eens of je iets zou willen veranderen in de smaak. Maak het nog eens en varieer, voorzichtig, met een of meerdere ingrediënten. Schrijf het op, elke keer weer, en je zult zien dat het recept zich ontwikkelt, tot leven komt en zich vormt naar jouw persoonlijke voorkeur. Je krijgt er als het ware een relatie bij. Jullie groeien naar elkaar toe. Zou je dat niet willen? Zo’n onschuldige extra-relatie waar je elke keer schaamteloos van mag genieten…?

Ingrediënten
500 gr.stoofvlees
1,5 theel. djinten
1 serehstengel
8 kruidnagels
5 eetl. olie
1 ui
2,5 dl. water + 60 gr. santen
4 teentjes knoflook,
5 djeruk perut blaadjes
3 verse rawits,
1,5 theelepel kaneel
1 schijfje djahé van ca. 5 cm.
1 theel. Tamarinde
1 schijfje koenjit van ca. 4 cm.
zout
1 schijfje laos van ca. 5 cm.
2,5 theel. ketoembar

Bereidingswijze
Maak in een kleine mengbeker een boemboe van: wat olie, ui, knoflook, rawits, djahe, laos, koenjit, djinten, ketoembar, kaneel.
Schroei in een stoofpan met de olie het kleingesneden vlees snel dicht en laat daarna de boemboe nog even meebakken. Voeg de gekneusde serehstengel, de kruidnagels, tamarinde en de djeruk perutblaadjes toe met het water en de santen. Deksel op de pan en maar stoven. ‘Adoeg, laat maar staan, laat maar staaaaan…’ zei Sari uit de Kerkstraat in Amsterdam ooit eens. En zij kon het weten! Dus, gaar stoven en zout naar smaak toevoegen. Op het laatst haal je de deksel van de pan en laat je het inkoken tot het semi-droog is. Echt, verrukkelijk!

donderdag 10 juli 2008

Uientaart

Ooit zijn we een paar dagen in Strasbourg geweest. Het waren warme dagen die we dwalend door de stad doorbrachten. Ik weet nog dat we bij elke bakker in de etalage Quiche Lorraine zagen en Tarte a l'oignon, een verrukkelijk gezicht. Ik heb er aardig wat van geprobeerd. De Quiche Lorraine mag misschien beroemder zijn dan de tarte a l'oignon, maar ik vind de laatste toch het lekkerst. De taart is niet zo zwaar als haar beroemde zus en weet me elke keer te betoveren door de knapperige korst en de wat zoetige zachte uivulling. Simpel, qua ingrediënten maar robuust van smaak en een belevenis in de mond.
Vandaag kwamen die herinneringen weer op toen ik met mijn moeder een uientaart maakte met een frisse salade. Onze recept gebruikte bladerdeeg, wat misschien niet zo lekker is als een pâte sableé, maar wel sneller gemaakt is. (De diepvries!)

Wij namen:
5 plakjes bladerdeeg waarmee we in ingevette vorm mee bekleedden.
Hierop ging:
enkele blokjes schapenkaas, wat kleingesneden en ontpitte zwarte olijven, een handje pijnboompitten en een pond in olijfolie zacht gesmoorde uien. We vonden dat een klein beetje suiker geen kwaad kon bij de uien.
We hebben het dit alles op smaak gebracht met peper en zout.
Dit geheel stopten we een half uur in de oven die we tot 200 graden hadden opgestookt.
Gedurende deze tijd hebben we een eenvoudige salade gemaakt.
Tenslotte hebben we de tarte a l'oignon met een heerlijk wijntje opgegeten.
Wij hebben...

Oeps! De afwas vergeten!

woensdag 9 juli 2008

Sambal goreng telor


Een ei is misschien wel het meest veelzijdige ingrediënt in de keuken. Je kunt het koken, pocheren, bakken, maar ook verwerken tot een roerei of een omelet. Behalve dat is het een ingrediënt met tal van toepassingen. Met eieren kun je soep en sauzen binden, vloeistoffen en ovengerechten laten opstijven, allerlei gerechten lichter en luchtiger maken en boter en olie in wonderbaarlijke emulsies veranderen. Dan heb ik het nog niet eens gehad over zijn uiterlijk. Of je nu klassiek of hyper modern bent ingericht, door zijn bijna abstracte vorm past het ei perfect in ieder keukeninterieur!
Vandaag laat ik zien hoe ik een ei op zijn Indonesisch klaar maak. Als je wel eens gaat rijsttafelen dan weet je dat een ei, telor op zijn Indonesisch, een vast bestanddeel is van zo’n maaltijd. Jammer genoeg denk ik wel eens dat de kokkie wat moedeloos ‘nog een eitje erbij…’ gedacht heeft en dan een bleek eitje in een zielloos sausje erbij zet. Een gemiste kans want het kan zo heerlijk zijn. Het is maar één eitje op een hele maaltijd, soms zelfs maar een halve!, en dat maakt dat je met extra aandacht die paar hapjes savoureert. Het moet dus goed zijn.
Ik heb twee recepten van telor die ik heel erg lekker vind. Vandaag geef ik mijn eerste recept en als jullie nummer twee achter de kiezen hebben mogen jullie zeggen welke het lekkerst is. Ik weet het niet.

Ingrediënten

4 eieren 1 ui 1 teentje knoflook ½ theelepel laos of gemberpoeder 2 theelepels sambal badjak 1 eetlepel olie 1 eetlepel azijn 3 eetlepels ketjap manis (ABC)2 theelepels bruine basterdsuiker

Bereidingswijze

Kook de eieren in 10 minuten hard. Pel ze en bak ze bruin in wat olie.
Maak de ui en de knoflook schoon en snijd ze klein. Maal dit in de kleine mengbeker met de laos en de sambal, en als het nodig is wat olie, tot een pasta. Verwarm de olie en fruit hierin de pasta enkele minuten zacht. Voeg 4 eetlepels water toe met de azijn, de ketjap en de basterdsuiker. Laat dit enkele minuten zachtjes koken. Presenteer de eieren in de saus.

dinsdag 8 juli 2008

Zoete tempé goreng















Waarom ben ik toch zo verzot op tempé? Al jaren eet ik het overal, bij vrienden thuis, in restaurantjes, bij mezelf… Het verveelt me nooit. Gelukkig maar, ‘a thing of taste is a joy forever’.
En er zijn heel wat verschillende manieren om tempé te bereiden. Het heeft van zichzelf een neutrale smaak, maar doordat het andere smaken goed opneemt is het uitermate geschikt als ingrediënt voor verschillende gerechten. Nou vind ik het een gezond uitgangspunt bij koken dat de eigen smaak van een product centraal moet staan. Bloemkool moet naar bloemkool smaken. Houd je niet van bloemkool dan eet je lekker wat anders, maar ga in hemelsnaam niet proberen om bloemkool zo te bereiden dat het onherkenbaar wordt. Bloemkool met een fijne vissmaak, met de onovertroffen odeur van knoflook, het gaat er bij mij niet in. Sterker nog, het komt bij ons niet op tafel.
Maar... tempé is anders! Dat mengt zich net zo makkelijk als Connie Breukhoven op een societyparty. Toch heb ik een voorkeur ontwikkeld. De zoete variant vind ik het lekkerst en dat recept wil ik vandaag met jullie delen. Ook al zit er een pepertje in, het is echt niet heet.
Nog wat laatste opmerkingen. Ik gebruik bij voorkeur ketjap van het merk ABC. Die is lekker stroperig en goed van smaak. Op de foto kun de fles zien staan als je dit merk ook eens wilt uitproberen.
Verder moet je oppassen als je de rode peper schoon maakt. Als je vingers in aanraking komen met het vocht van de peper en je wrijft per ongeluk in je ogen, ook al heb je je handen nog zo goed gewassen, ze worden zo rood als de peper zelf en je zit de eerste tien minuten in een hoekje van de keuken te grienen. Een schrale troost, daarna doe je het nóóit meer.
Als je goed naar de foto kijkt zie je een pan vol met tempé. Dat zit hem niet in de manier van snijden of iets dergelijks maar in het feit dat ik een heel blok tempé heb gebruikt. (Ik zei toch dat ik een liefhebber was?)

Ingrediënten

½ tempe
olie
2 middelgrote uien
3 tenen knoflook
1 rode peper, kleingesneden en zonder zaadjes
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
4 daun salam
1 schijf goela djawa van 50 gram
2 eetlepels kecap manis (ABC)
1 eetlepel tamarinde

Bereidingswijze
De tempé in dunne reepjes snijden en bruin bakken in wat olie. Uit de pan halen en dan de klein gesneden ui, lombok en knoflook in olie fruiten samen met de loas, daun salam en de trassi. Goela djawa (met iets water van te voren in een pannetje verwarmen zodat de suiker kan oplossen), ketjap en tamarinde toevoegen. Tempe in de pan doen en voorzichtig door de saus omscheppen en alles langzaam laten inkoken tot de juiste dikte.

zondag 6 juli 2008

Ramequin met gekarameliseerde banaan en crème patisserie met een krokant laagje

Een toetje moet mooi zijn en verleidelijk. Want als je al gevoed bent en er komt nog aan het einde van de maaltijd een klein ‘baksteentje’ op je bord dan moet dat er wel heel aanlokkelijk en intrigerend uit zien. Dit nagerechtje heeft zo iets over zich. Een potje, waarvan de inhoud zich onder een dun laagje goudgele karamel verstopt heeft. Dat laagje moet je eerst met een lepel opentikken en dan kun je je nieuwsgierigheid bevredigen door een hap te nemen. De karamel smelt in de mond en wordt omgeven door vanille en banaan. Zacht en krokant, een onovertroffen combinatie. Dit is een heerlijk zoete verwennerij.
Nou heb ik iemand aan tafel die niet zo gecharmeerd is van alcohol (hetgeen ik in ruime mate overigens weer goedmaak) dus de gedachte om een lepeltje bruine rum door de crème te mengen heb ik op tijd weten te onderdrukken. Maar, jij zou natuurlijk best…

Ingrediënten
1,5 dl slagroom
1,5 dl melk
½ vanillestokje
3 eierdooiers
50 gram suiker
1 eetlepel Maizena

1 banaan
Klont boter
Schep suiker

Bereiding

Doe de melk en de slagroom samen met het opengesneden vanillestokje in een pan en laat dat langzaam een kwartiertje trekken. Intussen klop je de eierdooiers met de suiker en de Maïzena tot die licht van kleur is. Haal de vanillepeul uit de pan en schraap de zwarte pitjes er met een mes uit en doe die terug in de melk. Nu voeg je, goed kloppende, beetje bij beetje de melk bij de geklopte dooiers. Als dit goed gemengd is gaat het mengsel terug in de pan en laat je het al roerende zachtjes aan de kook komen. De crème is klaar.
Doe in een andere pan de boter en de suiker en voeg vervolgens de banaan toe die je in plakjes van ongeveer 1 centimeter hebt gesneden. Bak ze in twee minuten op hoog vuur goudgeel. Schep op een bord.
Neem een bakje en schep een lepel vol van de crème erin en vervolgens wat plakjes banaan. Maak zo het bakje vol maar houd enkele bananenplakjes over die je later voor de garnering gebruikt.
Bestrooi tenslotte het bakje met wat suiker en zet onder de grill, of gebruik zoals ik een gasbrander, totdat je een mooi en knapperig laagje karamel hebt.
Leg er een of twee plakjes banaan op en serveer direct. Als het karamellaagje niet hard wordt
kun je de ramequins nog een half uurtje in de koeling zetten.

zaterdag 5 juli 2008

Zelf een rijsttafel maken


Of zullen we een nasi rames maken? Het maakt eigenlijk geen verschil. Je zult in ieder geval alle gerechten moeten maken. Als je ze los op tafel zet en iedereen schept op zijn bord wat hij lekker vindt dan maak je een rijsttafel, en wanneer je een bord rijst met dezelfde gerechtjes presenteert dan spreek je van een nasi rames!
Over rijst gesproken, wij eten er altijd Surinaamse rijst bij. Die wordt bereidt in de rijststomer en dat levert een smakelijke, wat plakkerige rijst op. Veel lekkerder dan de snelkookrijst die absoluut niet plakt. Ik geloof niet dat ik ooit bij een liefhebber gegeten heb (of in een restaurant) waar ik rijst van Uncle Ben, om er maar één te noemen, gegeten heb.

Zoals ik al eerder schreef ga ik de komende tijd wat Indonesische gerechten maken en aan jullie laten zien. Stap voor stap met foto’s erbij zodat er geen enkel geheim meer overblijft. Het is niet de bedoeling dat jullie het wiel ook nog eens moeten uitvinden. Op de eerste foto zet ik alle ingrediënten bij elkaar die je in de ingrediëntenlijst kunt terug vinden. Met de volgende foto’s wil ik stapsgewijs laten zien hoe de bereiding verloopt. Is er iets niet duidelijk over het een of ander dan kun je mij natuurlijk altijd even vragen hoe het zit.
Wat kunnen jullie zo’n beetje verwachten? Ik wil rendang (een pittig rundvleesgerecht met kokos bereid) hier laten zien, daging smoor (rundvlees met ketjap), oblok oblok (een groentegerecht in een milde saus), telor goreng (gerecht met gekookt ei) in twee heerlijke varianten, tempé goreng (met favoriet!), maar ook een lekker drankje zoals kelapa moeda (een koude kokosdrank op smaak gebracht met rozensiroop). Indonesische koekjes horen niet bij een rijsttafel maar zijn zalig zoete snoeperijtjes waar ik ook een aantal van zal geven. Genoeg bij elkaar voor een aardig Indonesisch hoekje. En natuurlijk horen gado gado, saté en hete kip daar ook nog bij. Er is nog veel meer heerlijks te bedenken uit de Indonesische keuken. Komt hier allemaal te staan in de loop van de tijd.
Echt waar ;-)

woensdag 2 juli 2008

Kwee mangkok




Voor het eerst dit jaar zag ik ‘tropische temperaturen’ staan bij de weersverwachting. Bij ‘tropisch’ denk ik gelijk aan heet, kleurig en lekker! Bij dat laatste denk ik dan in eerste instantie weer aan Indonesisch eten. Al decennia eten we graag in allerlei ‘Indische tentjes’ of nemen wat bakjes vlees en groenten mee om thuis op te warmen. Ik ben er verzot op. Net zoals ik sushi waardeer om de verschillende smaken en hun prachtig uiterlijk (het zijn toch kleinoodjes!) zo waardeer ik de Indonesische keuken om zijn rijkdom aan smaken. We hebben altijd wel een favoriet restaurantje maar het lijkt wel of onze favorieten nooit een lang leven beschoren zijn. Vroeg of laat staan we aangeslagen voor de pui omdat de boel opgedoekt is. Treurnis alom. Wat nu? Zelf maken natuurlijk en weer veel nieuwe tentjes uitproberen.


Ik wil de komende tijd op mijn blog ook een hoekje recepten maken voor de mensen die net als wij zo van Indonesisch eten houden. Het zijn een beetje mijn eigen recepten geworden omdat ik ze in de loop der tijd vaak aangepast heb. Als je de moeite neemt om de goede ingrediënten te kopen en eens lekker een poos in de keuken te staan dan zul je heerlijk eten!
Althans, dat vinden wij ;-)


Ik open de rij met Kwee mangkok, een Indonesisch koekje. Vergis je nou niet, ze noemen in onze ogen de gekste dingen koekjes. Een koekje kan een cakeje zijn of een gevuld pannenkoekje; het zou ook zo maar uit de frituur kunnen komen. De cakejes die ik vandaag gemaakt heb worden gestoomd. Als cakeje zijn ze bekend voor de Europeaan maar ze hebben toch een eigen smaak door de Goela Djawa. Goela Djawa is een tropische palmsuiker die je kunt kopen in de toko. Als je geluk hebt kun je kiezen uit de harde variant met palmblad erom heen die in schijfjes verpakt is, en de vloeibare variant uit een flesje. Ik gebruik de laatste tijd het flesje omdat dat het gemakkelijk is (je hoeft niets op te lossen en je houdt geen harde stukjes suiker over op het laatst) en omdat het net zo goed smaakt.

Ingrediënten

70 gram zelfrijzend bakmeel
1 zakje vanillesuiker
Zout
50 gram Goela Djawa
5 cc water
20 gram kokos

Bereiding

Doe alle droge ingrediënten in een kom en voeg dan de Goela Djawa en het water toe. Roer totdat een dik beslag ontstaat dat traag van de lepel afvalt.
Beboter twee ramequins en vul die met het beslag. Je moet ze niet helemaal vol doen want de cakejes gaan nog rijzen.
Dan gaan ze in de stoompan waar ze in 15 minuten gaar worden. Controleer eventueel nog met een satéprikker maar na een kwartier zijn ze bij mij precies goed.
Lekker voor bij de thee of als tussendoortje.


Related Posts with Thumbnails