Vandaag hebben we gewandeld op een koele maar o zo mooie voorjaarsdag. En ik weet dat je in het hier en nu moet leven, maar mijn gedachten gingen desondanks uit naar Parijs, naar het zeventiende arrondissement, waar ik zo graag kom.
Parc Monceau, als ik er kom moet ik steeds weer denken aan Arthur Rubinstein die net om de hoek woonde, en er zijn wandelingetjes maakte. Een chique man uit een andere tijd die met zijn wandelstok hier onder het lover stapte.
Nu loopt er andere chique, want het is een dure wijk.
De laatste keer gingen we eerst naar het paviljoen om thee te kopen. Voor ons stond een oudere man in een donkerblauw kostuum met een zwarte aktetas. Hij droeg geen overjas en kocht un café. Even later zaten we min of meer naast elkaar op één van die groene bankjes die er zo uitnodigend uitzien, maar niet echt lekker zitten. Maar goed, de zon scheen, de perken met bloemen bloeiden en tegenover ons zat een zielsgelukkig jong stelletje op een bankje in de schaduw. Niemand sprak, we waren allemaal uit ons hoekje Parijs gekropen om samen naar de voorbijgangers te kijken. Dames met kinderwagens, dames op hoge hakken, jonge heren in hun strakke pakken en joggende mannen met hun oordopjes in, alles passeerde elkaar over de brede grindpaden. Elegante hekjes omsloten de grasvelden die niet betreden mogen worden.
Ik nipte van mijn thee en hield een gesprek met de duiven. Thee drinken in een park is onvergelijkbaar anders dan waar dan ook. Het is buiten en binnen tegelijk. Buiten, omdat ik zo zittend of langzaam wandelend deelneem aan het leven om me heen, en binnen, omdat ik toch altijd het gevoel houd dat ik op mijn eigen eilandje ongestoord thee drink.
Hij smaakte me niet, te donker en te bars. Mijn gedachten gingen uit naar Le Palais des Thés, waar we zonet geweest waren. Traditioneel werden we begroet met een ‘Bonjour messieurs, puis-je vous offrir une tasse de thé?’
‘Volontiers!’ en ik hield mijn neus boven het ons aangeboden kopje thee. Heerlijk, als altijd, en toen begon de zoektocht langs alle potjes thee die je kunt ruiken en hun intrigerende beschrijvingen. We kozen dit keer de Thé des Amants. Mag ik even?
“Sensuel et voluptueux, ce trés beau mélange de thé vert, de pomme, d’amande et de cannelle est rehaussé d’une pointe de gigembre.”
Zucht… ‘t is gewoon zonde om te vertalen. Lees het maar aan elkaar voor terwijl je genietend proeft van deze gouden thee, en denk dan zoals ik, nog eens in stilte terug aan Parijs.
Aan de Saint-Eustache bijvoorbeeld, die grote oude kerk die bij Les Halles staat. Zo als altijd wil ik door de achteringang naar binnen. Probeer dat volgende keer maar eens. Loop om de kerk heen en vindt dat kleine doodlopende steegje met die voorover leunende huizen. Aan het einde kun je over de uitgesleten traptreden naar binnen, het duister in. Ineens sta je dan binnen, meet je met je blik de wijkende ruimte, de zuilen en zie je het dof glimmende goud in de schemering. Het is er stil zoals het altijd stil is in die grote ruimtes. Geluiden van buiten dringen wel naar binnen, maar lijken op te lossen in die ijle omsloten ruimte. Geluiden van binnen drijven op hun galm door de uitgebreidheid van zo een godshuis, ze strijken langs het koele steen, langs het fel gekleurde glas, over het donkerbruine hout, over glanzende stenen vloeren en versterven in het duister.
Ik ging er zitten en luisterde naar de mis die in de verte gehouden werd. Eén krachtige stem die zong, een paar andere die er aarzelend tegenaan plakten. Een zilveren klokje klonk.
Stilte.
Ik dacht aan de fototentoonstelling over de Hallen van Robert Doisneau die ik gemist had. Mijn blik bleef hangen op een rooster in de grond. Mijn schoenen raakten het sierlijk gesmede ijzer en ik overdacht het veranderlijke en het onveranderlijke. Zoals ik thuis in mijn kamer kan mijmeren terwijl de schemering bezit neemt van alle vertrouwde dingen om me heen.
En heel langzaam ging ik in mijn omgeving op.
De afbraak van de oude Hallen met op de achtergrond de Saint-Eustache. |
Niet eens zo lang geleden... |
Parc Monceau, vorige week... |
2 opmerkingen:
Heerlijk verhaal ...
Na zo'n stuk krijg ik meteen zin om naar Parijs te gaan. Reislustopwekkend als het ware.
Geweldig!
Een reactie posten