Op de kaart die ik in mijn hand hield stonden zoete en hartige crepes, een paar verschillende croques en wat sandwiches. In de verste verte geen teken van ganzenlever waar ze hier in de streek zo trots op zijn. Ik besloot tot de crepe banane et Nutella en nam er een glas cider bij, lekker fris en tintelend op de tong.
Aan het tafeltje naast ons zat een Nederlands echtpaar op een leeftijd waarvan je zag dat ze al veel van Frankrijk hadden gezien, maar er desalniettemin nog steeds van konden genieten.
‘Nee, ganzenlever staat hier niet op de kaart. Daarvoor moet je naar dat restaurantje met die witte pui, hier om de hoek, op het pleintje.’ Hij draaide zijn ronde enigszins kalende hoofd naar me toe en keek me met vermoeide pretoogjes aan.
‘Tsja’ zei ik zo maar.
‘Het is een echte delicatesse hoor. Zo iets moet je gewoon geproefd hebben als je hier bent.’
De ober verscheen om de bestelling op te nemen. Hij trachtte een waardigheid uit te stralen die hij bij zijn beroep vond passen maar faalde hierin door het tempo dat hij moest maken.
Mijn buurman nam het geheel met een gelaten uitdrukking op waaruit een levenslange ervaring met het bedienende deel der mensheid sprak.
‘Vroeger aten ze de lever hier met een lauwe witte wijn, en het restje dat overbleef dronken ze bij het dessert op. Maar ik hou eigenlijk niet zo van die zoete wijn.’
‘Ik heb het eerlijk gezegd nog nooit gegeten’ zei ik. ‘Ik heb nogal moeite met de manier waarop ze die lever zo groot krijgen.’
‘In Nederland kán zoiets eigenlijk niet meer hè’ zei hij inschikkelijk. ‘Je ziet hier zelfs van die foto’s waarin zo’n Franse boerin een trechter in de keel van een gans zet!’ Hij schoot in de lach alsof hij een zeer ad remme opmerking had gemaakt. ‘Ik heb een vriend hier in Frankrijk die zegt dat ze zoveel van die beesten hier hebben dat ze die hier wel moeten voeren en slachten’. Hij schaterde alsof hij de grap voor het eerst vertelde en keek me daarbij met een vriendschappelijke blik aan.
Ik móest wel terug lachen.
‘Ik heb onderweg een ganzenboerderij gezien en ben even uitgestapt. Het leken mij nogal gelukkige ganzen zo op het eerste gezicht. Maar als ik aan die grote ganzenlevers denk die ik hier in de winkels zie, dan hebben ze toch weinig reden om zo tevreden te kijken.’
‘Ach ja, die beesten kijken altijd zo…’ zei hij terwijl hij met dezelfde tevreden blik naar zijn vrouw tegenover hem keek.
Nee, het zal er in mijn geval wel nooit van komen, er zijn nog zoveel andere lekkere dingen om te proberen. Maar nieuwsgierig blijf ik wel.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten