We waren in Parijs. Om precies te zijn in het overdekte winkelcentrum ‘Les Halles’. Net om de hoek daar zit de meest romantische keukenspullenwinkel die ik ken: Dehillerin. Ik had er weer heerlijk gesnuffeld en was met een kleine appeltaartvorm van 18 cm uit de strijd gekomen. Eenmaal op het spoor gezet van koken raakten we dus na vijf minuten lopen in in de FNAC, de grote Franse boekenhandel die ik altijd moet bezoeken. De afdeling filosofie is overweldigend, psychologie zeer de moeite waard, Bande Dessinée (stripboeken) altijd leuk voor een Astérix of een nieuw deel van À la recherche du temps perdu als er weer eentje uit is, maar niet in de laatste plaats voor de afdeling koken en wijn.
Hier gebeurde het. Volkomen onvoorbereid gingen mijn ogen over de planken gevuld met standaard werken over wijn. Niet alleen de grote overzichtswerken staan hier in rijen opgesteld, ook leuke informatieve boekjes zoals een serie van de krant ‘Le Figaro’ die alle gebieden in de Bourgogne in een eigen deeltje heel onderhoudend behandeld. Toen zag ik ‘Le nez du vin’ en mijn hart sloeg over. Jean Lenoir heeft een aantal prachtige dozen met geurmonsters samengesteld. Het zijn dozen die bijvoorbeeld twaalf van de meest voorkomende geuren in rode wijn bevatten. Maar er zijn ook dozen voor witte wijn en de zogenaamde wijnfouten zoals kurk en oxidatie. De grootste doos bevat 54 flesjes met geuren die gegroepeerd zijn rond een thema. Zo zijn er bijvoorbeeld dierlijke, plantaardige, fruitige geuren die allemaal in wijn terug te vinden zijn.
Er was een doos geopend en ik kon naar hartenlust snuiven en raden. Net iets voor mij. Ik kon niet meer ophouden. Het is gewoon spannend een aroma te ruiken, je te verliezen in de abstracte geur, zoekende naar de naam, je ogen gesloten en wanhopig het woord dat op het puntje van je tong ligt uit te spreken. Maar het lukt niet. Je bent er zo dicht bij, je ruikt het, je inhaleert en je ogen draaien achter je kassen. Toch lukt het vaak niet de naam te noemen. Even kijken dan maar, en dan: ach ja, natuurlijk, hoe kon ik dat nou missen...
Ik kon de grootste doos niet laten staan. Ik train nu dagelijks met mijn eigen ‘huisapotheek’ om me heen. Gefascineerd door de abstractie van geuren die gaandeweg een handvat krijgen voor mij. Bijkomend voordeel, je raakt je veel meer bewust van de dagelijkse geuren om je heen. Er komt een dimensie in je bestaan bij. Ik weet het, het klinkt wat overdreven maar het voelt echt zo aan. Bovendien krijg ik de neiging om allerlei zaken te gaan eten om de smaak en natuurlijk de geur beter te kunnen plaatsen. Bij bloemengeuren ligt dat wat moeilijker. Ik vind het bijvoorbeeld heel lastig om het verschil tussen Aubépine (meidoorn) en Acacia te onderscheiden. Niet te vinden hier in de polder!
Maar gelukkig heb ik dan mijn ‘dromendoos’, vol met heerlijke geuren die associaties aan vroeger oproepen en met mystieke geuren die mijn fantasie prikkelen.
3 opmerkingen:
Wat geweldig om op deze manier je neus te kunnen oefenen! Prachtig boek!
Jeetje, ik heb behoorlijk wat boekhandels in Parijs, drie weken geleden, bezocht. Maar dit boek heb ik niet zien staan. Ik zou het waarschijnlijk ook hebben gekocht. Ik weet het eigenlijk wel zeker!
Hee Theo,
Ik kon het niet laten even op je blog te kijken! Leuk om te lezen dat jullie ook nog in Parijs zijn geweest.
Mochten jullie nog eens in de buurt van Leiden zijn, jullie zijn van harte welkom!
Er is als het goed is een visitekaartje bij jullie.
Hartelijke groet,
Antoinette (van Terme)
Een reactie posten