Je kent vast Bordeaux, aan de westkust van Frankrijk. Ten oosten grenzend aan dit gebied ligt de streek Bergerac, die doorsneden wordt door de rivier de Dordogne. Verschillen tussen de twee streken zijn niet waarneembaar, niet qua landschap, bodem of klimaat. Dat Bergerac geen deel uitmaakt van de Bordeauxstreek heeft ook een historisch achtergrond. In 1255 onderwierp de gehele bevolking van Bergerac, inclusief de adel, zich vrijwillig aan de Engelse koning. Deze gaf aan Bergerac het recht om de toen al geproduceerde wijnen vrij te verschepen tot aan de monding van de Gironde, dit tot groot ongenoegen van de handelaren in Bordeaux. Zij trachtten vele hindernissen op te werpen door onder andere tol te heffen. Desondanks lukte het de boeren van Bergerac om een bloeiende handel op te zetten met Engeland en andere Noord-Europese markten.
Toen in 1685 de herroeping van het Edict van Nantes een feit was had dit tot gevolg dat er een ware exodus van protestanten op gang kwam. Veel hugenoten kwamen naar de Lage Landen en gaven de belangstelling voor Bergerac-wijnen een sterke impuls. De Hollanders kochten jaarlijks meer dan de helft van de oogst.
Driekwart van de wijnen uit de Bergerac is rood. Men maakt ze van cabernet franc, cabernet sauvignon, malbec en merlot. Waarbij merlot de belangrijkste variëteit is. Als je hier door de supermarkten een rondgang maakt langs de wijnafdeling zijn de Bergerac-wijnen natuurlijk goed vertegenwoordigd. Omdat ik het leuk vind om hier wijn uit de streek te drinken leer ik nogal wat verschillende châteaux en domaines kennen. Het zijn relatief soepele wijnen met aroma’s van zwart fruit en leer.
Ongeveer vijf kilometer onder de stad Bergerac ligt een heuvelrug van 50 tot 180 meter hoogte. Er heerst een zacht najaar waarin ’s ochtends vaak nevel voorkomt en ’s middags de zon volop schijnt. De zogenaamde nobele rotting kan hierin tot ontwikkeling komen wat resulteert in kleine verschrompelde druiven met een hoog suikergehalte en een speciaal aroma. Hier zijn wij naar toe gereden om het Château de Monbazillac te bezoeken. Het kasteel is al snel bovenop de heuvel te zien tussen de eindeloos lange rijen wijnstokken. Het laatste stukje van de rit naar boven, die we regelmatig onderbroken hebben om wat foto’s te maken, gaf een bepaalde spanning. Alsof we boven geweide grond zouden betreden. Eenmaal boven aangekomen konden we de auto parkeren in de nabijheid van het kasteel op een schaduwrijke parkeerplaats. In de ontvangstruimte kon je de entreekaartjes kopen voor het kasteel, wijn proeven en natuurlijk wijn kopen. Een vlotte inspectie mijnerzijds leerde me dat er een kleine selectie Monbazillac te koop was en gelukkig niet alleen van het château zelf. Monbazillac kan namelijk uit 5 gemeenten komen waaronder het dorp Monbazillac zelf. We besloten eerst het kasteel te bezoeken. Eerlijk gezegd is dit niet een reden om naar Monbazillac te gaan. Het château is sinds 1960 in handen van de coöperatie die het netjes onderhoudt door middel van de entreegelden. Het komt echter niet authentiek op mij over. Er zijn een aantal tentoonstellingen die niet veel indruk achter gelaten hebben.
Nee, het hoogtepunt lag toch in de ontvangstruimte. Alle te koop aangeboden wijnen zijn er te proeven en worden vriendelijk en ter zake kundig voor je ingeschonken. Ik heb een aantal verschillende jaren geproefd en kon eerlijk gezegd niet zo veel verschil proeven. Het jaar 2005 is een goed jaar geweest en was ook wat duurder. Deze wijn was iets zoeter dan de andere. Alle wijnen waren echter filmend in de mond, van een hoog smaakgehalte met rijpe fruitige tonen. Het mooie zuur maakte dat je na het proeven een fris gevoel in de mond behield. Als aperitief zal ik het zelf niet zo gauw drinken maar in combinatie met een lekker nagerecht kijk ik er nu al naar uit.
Voor de goede orde, Monbazillac is een bleekgouden zoete wijn die de Fransen graag als aperitief drinken maar ook bij gevogelte, wit vlees, kazen en niet al te zoete vruchtendesserts. De wijn kan elementen van honing, rozijnen, abrikozen, perzik, banaan, acacia, kruiden, hout en vanille bevatten. Voor de kenners: Monbazillac beslaat zo’n 1750 hectare, die 45.000 hl leveren. Hij wordt gemaakt van de sémillion, sauvignon en de muscadelle. De opbrengst ligt rond de 30 hl per hectare. (Ikzelf heb slechts enkele liters hiervan meegenomen.)
Toen in 1685 de herroeping van het Edict van Nantes een feit was had dit tot gevolg dat er een ware exodus van protestanten op gang kwam. Veel hugenoten kwamen naar de Lage Landen en gaven de belangstelling voor Bergerac-wijnen een sterke impuls. De Hollanders kochten jaarlijks meer dan de helft van de oogst.
Driekwart van de wijnen uit de Bergerac is rood. Men maakt ze van cabernet franc, cabernet sauvignon, malbec en merlot. Waarbij merlot de belangrijkste variëteit is. Als je hier door de supermarkten een rondgang maakt langs de wijnafdeling zijn de Bergerac-wijnen natuurlijk goed vertegenwoordigd. Omdat ik het leuk vind om hier wijn uit de streek te drinken leer ik nogal wat verschillende châteaux en domaines kennen. Het zijn relatief soepele wijnen met aroma’s van zwart fruit en leer.
Ongeveer vijf kilometer onder de stad Bergerac ligt een heuvelrug van 50 tot 180 meter hoogte. Er heerst een zacht najaar waarin ’s ochtends vaak nevel voorkomt en ’s middags de zon volop schijnt. De zogenaamde nobele rotting kan hierin tot ontwikkeling komen wat resulteert in kleine verschrompelde druiven met een hoog suikergehalte en een speciaal aroma. Hier zijn wij naar toe gereden om het Château de Monbazillac te bezoeken. Het kasteel is al snel bovenop de heuvel te zien tussen de eindeloos lange rijen wijnstokken. Het laatste stukje van de rit naar boven, die we regelmatig onderbroken hebben om wat foto’s te maken, gaf een bepaalde spanning. Alsof we boven geweide grond zouden betreden. Eenmaal boven aangekomen konden we de auto parkeren in de nabijheid van het kasteel op een schaduwrijke parkeerplaats. In de ontvangstruimte kon je de entreekaartjes kopen voor het kasteel, wijn proeven en natuurlijk wijn kopen. Een vlotte inspectie mijnerzijds leerde me dat er een kleine selectie Monbazillac te koop was en gelukkig niet alleen van het château zelf. Monbazillac kan namelijk uit 5 gemeenten komen waaronder het dorp Monbazillac zelf. We besloten eerst het kasteel te bezoeken. Eerlijk gezegd is dit niet een reden om naar Monbazillac te gaan. Het château is sinds 1960 in handen van de coöperatie die het netjes onderhoudt door middel van de entreegelden. Het komt echter niet authentiek op mij over. Er zijn een aantal tentoonstellingen die niet veel indruk achter gelaten hebben.
Nee, het hoogtepunt lag toch in de ontvangstruimte. Alle te koop aangeboden wijnen zijn er te proeven en worden vriendelijk en ter zake kundig voor je ingeschonken. Ik heb een aantal verschillende jaren geproefd en kon eerlijk gezegd niet zo veel verschil proeven. Het jaar 2005 is een goed jaar geweest en was ook wat duurder. Deze wijn was iets zoeter dan de andere. Alle wijnen waren echter filmend in de mond, van een hoog smaakgehalte met rijpe fruitige tonen. Het mooie zuur maakte dat je na het proeven een fris gevoel in de mond behield. Als aperitief zal ik het zelf niet zo gauw drinken maar in combinatie met een lekker nagerecht kijk ik er nu al naar uit.
Voor de goede orde, Monbazillac is een bleekgouden zoete wijn die de Fransen graag als aperitief drinken maar ook bij gevogelte, wit vlees, kazen en niet al te zoete vruchtendesserts. De wijn kan elementen van honing, rozijnen, abrikozen, perzik, banaan, acacia, kruiden, hout en vanille bevatten. Voor de kenners: Monbazillac beslaat zo’n 1750 hectare, die 45.000 hl leveren. Hij wordt gemaakt van de sémillion, sauvignon en de muscadelle. De opbrengst ligt rond de 30 hl per hectare. (Ikzelf heb slechts enkele liters hiervan meegenomen.)
1 opmerking:
Lekker herkenbaar, wij zijn ook bij Chateau Monbazillac geweest. En heerlijke salade périgord gegeten met ganzenlever en walnoten, de plaatselijke delicatessen. Ik kan er niets aan doen, maar ik vind het heerlijk.
groetjes,
Martine
Een reactie posten