Zonder opzet raakte ik verzeild in een kaaszaak. Ik stond een poosje met mijn neus boven de koelvitrine en bekeek het aanbod aldaar. Ik weet niet hoe het jou vergaat als jouw neus boven de kaas hangt, maar de mijne raakt verward. Ik herken wat kazen, zoek gewoontegetrouw de Roquefort op, prik eens met mijn vinger in een weerloos kaasje, en haal mijn schouders op. Wat nu…?
De redding stond naast mij. Het was de kaasboer himself die met open blik en kordate uitstraling mij advies gaf.
‘Wat vindt u nu het meest bijzondere of lekkerste kaasje uit dit assortiment, en waarom?’ vroeg ik hem.
Hij pakte de Bowland.
‘Dit is kaas met appel, rozijnen en kaneel. Appeltaartkaas eigenlijk! Het is een koemelkkaasje uit Engeland, heel bijzonder.’
Ik moest dit even op me in laten werken. Appeltaartkaas… deze kaasboer denkt als vakman vanuit de klant. Zou hij het zelf nou zo bijzonder of lekker vinden? Het is vast een gimmick, bedoeld voor een jolige kaartavond met bier en kaas.
‘Maar hoe smaakt de kaas nou die ertussen zit?’ probeerde ik nog met een mislukte poging tot een serieuze vraag met een cynisch randje.
Ik kocht hem, eigenlijk een beetje voor jou en een beetje voor mij. Jij kunt een stukje lezen en komt daardoor misschien wel op een idee, en ik kan een stukje schrijven en kan eens kennis maken met iets nieuws.
Nou wil je zeker weten hoe het bevallen is. Matig. Ik hou van appeltaart en ik hou van kaas, maar het samengaan van deze twee smaken is verrassend, ongekend. Onbewust probeer ik uit te maken of ik nou kaas proef, of appeltaart. Het is verwarrend en blijft verwarrend, ook na een paar happen. De smaken vloeien niet harmonisch samen. Het blijft een botsing van twee werelden. Dat zit in mijn geest natuurlijk. Ik ken de twee smaken maar wil en kan ze niet laten versmelten. Bij patat en mayonaise is dat geen probleem, met Port en Stilton heb ik ook geen moeite.
Ik vrees dat smaakcombinaties een kwestie van gewenning zijn en van scholing. Mensen uit andere werelddelen die opgegroeid zijn met een heel ander smaakgeheugen zullen een bepaalde smaak anders beoordelen dan wij. Binnen zo’n eetcultuur heersen weer andere codes dan bij ons. Een frisse salade met gefrituurde sprinkhanen wordt hier te lande niet geapprecieerd. De sensatie die wij ervaren van een Sauternes en een Roquefort wordt daar waarschijnlijk heel anders beoordeeld.
Maar dat geeft niets. We moeten alleen niet denken dat wij de ultieme onveranderlijke smaakcombinaties kennen. Verder kunnen we er naar hartelust op los experimenteren en onszelf blijven verbazen. We kunnen onze eigen codes opstellen want die zijn in ons leven toch het allerbelangrijkst.
Ben je nieuwsgierig geworden waar je de kaas kunt kopen, klik dan op Kaas en zo.
2 opmerkingen:
Nou weet ik persoonlijk niet of ik de Engelse eetcultuur nou zo zou prijzen om zijn onvolprezen smaak(sensaties), maar deze Bowland zou ik, tot nadere proeving, theoretisch scharen in de categorie 'desserts', subcategorie 'cheesecakes'. Komt dat in de buurt?!
Nou Anzj, ik snap je gedachtengang, maar als je hem geproefd zou hebben zou je niet aan cheesecake denken. Hij is er te hard voor, je moet er flink op kauwen. Sommigen eindigen een etentje met kaas, anderen met het zoet. (Ik behoor tot de laatste.) Deze kaas verenigt beide in zich en lijkt daardoor de compromis. Maar ik zou hem toch geen dessert noemen.
Nog even over de opmerking over de Engelse eetcultuur. Vreemd toch eigenlijk, dat de bijdrage van de Engelse koks die we krijgen in kookprogramma's en kookbladen/boeken, zoveel groter is dan het Franse deel. Ik heb me daar meer over verbaasd en weet nog steeds niet hoe dat nou komt. Heb jij enig idee? of heb ik het mis?
Groeten van Theo
Een reactie posten