Het deeg is het belangrijkste en het moeilijkste van dit recept. Men zegt dat het zo dun moet zijn dat je er de krant doorheen kunt lezen. Neem 250 gram bloem, 2 eetlepels olie, 1 ei, 1/8 liter lauw water, 1 eetlepel azijn en een snufje zout. Meng dit met de mixer en kneedhaken door elkaar totdat je een mooi glad deeg hebt. Het blijft plakkerig maar als je het zo nu en dan met wat bloem bestuift kun je het verder met de hand kneden. Probeer dan vooral het deeg lang uit te trekken. Maak er tenslotte een bal van en leg het een half uur in de koeling. Rol het nu uit tot een hele dunne lap terwijl je hem regelmatig keert en met bloem bestuift. Op dit punt heb ik ongeveer een derde van het deeg afgesneden omdat ik het gebak niet al te groot wilde hebben. Neem een schone theedoek, bestuif die met bloem, leg het deeg erop en trek het heel voorzichtig met de palmen van je hand uit zodat het nog dunner wordt.
Bestrijk dit ruim met gesmolten boter en bestrooi met het broodkruim van twee witte boterhammen die je in de keukenmachine klein gemaakt hebt. Hier gaan twee appels overheen die in hele kleine stukjes gesneden zijn, een zakje hazelnoten (van Boukje) die ook in de keukenmachine klein gemaakt zijn, als je hebt, een paar eetlepels gemalen amandelmeel, en wat kaneel plus suiker naar smaak.
Dan volgt een secuur werkje. Rol nu met behulp van de theedoek het deeg op tot een rol en plaats die op Silpat. Bestrijk opnieuw met gesmolten boter en bak in een voorverwarmde oven van 200 graden gedurende 40 minuten. Bestrooi om te serveren met poedersuiker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten