maandag 29 november 2010

Oesters met Champagne?

Zo Theo, dus jullie zijn in Amsterdam op de PAN geweest. Nog mooie kunst of antiek gezien op de beurs?
Ja, we kregen gratis toegangskaarten en konden dat mooi combineren met een verjaardagsvisite later op de middag. We hebben inderdaad nog mooie dingen gezien, maar ik kon er niet zo van genieten. Ik kwam al met een lichte trek binnen en dat ging over in een regelrechte honger.
Had je niet ontbeten dan?
Jawel, natuurlijk, maar na het ontbijt gingen we direct de auto in en naar Amsterdam. We parkeerden bij het WTC en wandelden naar de RAI. Ik dacht dat we nog wel iets tegen zouden komen voor een hapje onderweg maar dat viel tegen. We liepen door een koud park en vlogen na een half uurtje huiverend de RAI binnen. We eten hier wel iets dacht ik nog.
Dat moet toch gelukt zijn? Tentjes genoeg daarbinnen. Eerst een stukje kuieren, dan even wat drinken, weer eens teruglopen om te zien of het allemaal echt wel zo mooi is… 
Ja ja, genoeg tentjes, maar het was stervensdruk! Overal mensen, ik zag eerst drie ruggen en dan pas een schilderij. Eerst vier speknekken en gekapte hoofden en dan pas een marmeren arm er bovenuit. Maar als ik binnen kom wil ik eerst wat zien en niet gelijk neerploffen om te gaan eten. Dus dan maar het gewoel in. 
Ja dat is zo. Ik kan het me voorstellen.
Weet je wat de ellende is met mij? Ik loop over die beurs en ga nog meer naar de mensen kijken dan naar de kunst,- en daar word ik niet vrolijk van. Het zal vast wel aan mij liggen, maar of ik nou een breekbaar oud vrouwtje zie met haar pareltjes en paarse glans in het haar, of een grote man met overgewicht die zuchtend in zijn krijtstreepje hangt, ze ergeren me. Het lijkt wel of iedereen een air over zich heeft alsof ze alleen maar tussen het gepeupel zijn omdat ze straks zaken gaan doen. Terwijl 99 van de 100 mensen die daar lopen toch niets kopen.
Tsja, je had honger, ik hoor het al.
Inderdaad ik stierf intussen van de honger. Als we een gelegenheid tegenkwamen waren alle stoelen bezet. Loop maar door, we komen straks wel wat tegen. Ah! Daar zijn twee stoelen vrij! Rennen!! ‘Het spijt me meneer, wij serveren niets om te eten, alleen drinken…’ Opstaan en doorgaan, het moet lukken. 
Heb je nog mooie schilderijen gezien met van die stillevens? Van die lekkere ontbijtjes met mooie hammen, kreeften en stukken brood? 
Praat me er niet van. We liepen een stand binnen met negentiende eeuwse kunst. In het midden van alle drukte stond M. als een standbeeld met een bevroren glimlach. We kennen haar vanuit haar winkel, als ik dat zo oneerbiedig mag zeggen. Ze droeg een eenvoudige zwarte jurk die strak om haar heen viel en stond op hoge hakken. Het is mij een raadsel, hoe je de hele dag op die hakken kunt blijven staan. Maar goed, we schudden handen en maakte het obligate praatje. En weet je, ze droeg geen sieraden maar ter compensatie had ze een oogschaduw uitgezocht die kon wedijveren met het felste blauw van de schilderijen achter haar. Ik betrapte me erop dat ik steeds van haar ogen naar die schilderijen keek om te zien wie er gewonnen had, Koekkoek of M. Dat was leuk. Maar toen bracht ze ineens een andere ontmoeting ter sprake. Ooit kwam ze op ons af terwijl we op een terras in België aan het lunchen waren. Het was een romantische plek bij de kruising van twee kanalen vlak bij Damme. Dubbele rijen hoge bomen aan weerszijden en daaronder een witgekalkt restaurantje. En wat hebben we daar heerlijk gegeten… ik vergat M. en alles om me heen en staarde bleek en met ingevallen gezicht voor me uit. Mijn maag bulderde het uit. Ik greep haar hand en mompelde nog ‘tot zo’. We vlogen naar de uitgang en kwamen langs de oesterbar. Nog twee vrije plekken. Ik hield in. Ik overwoog, een glas champagne op mijn nuchtere maag… 6 oestertjes? De man naast de vrije stoelen keek me aan. Hij zag mijn wanhoop en agitatie niet. Hij keek met zijn decadent neerhangende mondhoeken dwars door me heen en hield zijn glas champagne op borsthoogte voor zich. Hij had gezegevierd, het straalde er vanaf.
En toen…?
En toen?! Ik rukte me los en stoof op de uitgang af. Voor mijn part had de hele boel…
Buiten liepen we in vijf minuten naar Sal Meijer toe en daar werd ik helemaal gelukkig. Toen we aankwamen stond Nico met zijn kallotje op, buiten en legde aan enkele vertrekkende gasten uit waar ze heen moesten. We gingen aan het raam zitten en ik bestelde een broodje warme pekelworst. God wat was dat lekker. Ik kwam helemaal bij. Het warme vlees, de zachte mosterd, het broodje dat wat week geworden was door de heerlijke jus, ik werd weer mens bij Sal Meijer.





2 opmerkingen:

Camilla's krachttoer zei

Dat restaurantje in Damme was toch niet de Siphon aan de Damse vaart?
Want een bezoek daar is inderdaad echt deugddoend :)

Theo zei

Ja Camilla's krachttoer, dat was inderdaad de Siphon! Leuk dat we het allebei kennen. Ik kom er ongeveer één keer per jaar. Jammer dat het vaak zo druk is dat je moet reserveren. Bedankt voor de tip. Toen ik de website opzocht werd ik gelijk weer blij!

Related Posts with Thumbnails